Te hoge spierdruk bij sporters wordt vaak niet herkend
Late of verkeerde diagnose van chronisch compartimentsyndroom bij sporters leidt vaak tot gedwongen beëindiging van sport
Onvoldoende kennis over het ‘chronisch compartimentsyndroom’ bij artsen en fysiotherapeuten leidt vaak tot grote vertraging of het verkeerd stellen van de juiste diagnose. Sporters met deze spieraandoening lopen hierdoor gemiddeld drie jaar rond met pijnklachten voordat zij worden behandeld. Dit terwijl de aandoening met een relatief eenvoudige ingreep kan worden verholpen. Dit blijkt uit promotieonderzoek van chirurg i.o. Michiel Winkes in Máxima MC.
Jonge sporters kunnen na verloop van tijd last van pijn in de onderbeen- of onderarmspieren door een zogenaamd ‘ chronisch compartimentsyndroom’ krijgen. Een verhoogde spierdruk leidt dan tot pijn en kramp in het betreffende ledemaat. “Deze aandoening is met een relatief eenvoudige operatie goed te behandelen. Hierbij wordt een spleet in het strakke vlies rondom de spier gemaakt. Onder huisartsen, medisch specialisten, fysiotherapeuten en ook sporters zelf blijkt de aandoening echter vaak nog onbekend terrein”, aldus Michiel Winkes.
Lange doctor’s delay
“Door ontbrekende kennis wordt de aandoening vaak niet herkend. Gemiddeld lopen patiënten ruim drie jaar rond met pijnklachten voor de definitieve diagnose gesteld wordt.” Tijdens deze zogenaamde ‘doctor’s delay’ worden vaak zonder succes verschillende behandelingen uitgeprobeerd. Ruim de helft van deze patiëntgroep, bestaande uit onder andere jonge voetballers, atleten, militairen en motocrossers, gaf in Winkes’ onderzoek aan door de ernst van de klachten gedwongen te zijn om te stoppen met hun sport.
Matig behandelresultaat
Máxima MC heeft landelijke bekendheid als behandelcentrum voor patiënten met inspanningsgebonden pijnklachten aan onderbeen- of onderarmspieren. Winkes voerde onderzoek uit onder 250 patiënten die in MMC jaarlijks gezien worden voor een spierdrukmeting en eventuele operatie. Het onderzoek vond plaats onder begeleiding van co-promotores chirurg dr. Marc Scheltinga en sportarts dr. Adwin Hoogeveen. Naast de effectiviteit van een drukmeting onderzocht Winkes ook het effect van de operatie. “De behandeltechnieken bij deze aandoening blijken in Nederland zeer divers. Dit draagt bij aan wisselende en matige behandelresultaten. Meer bekendheid kan zorgen voor een snellere behandeling en voorkomt dat sporters moeten stoppen met hun favoriete sport.”