Als je rookt krijg je longkanker: is dat echt zo?
Je hoort het vaak: mijn opa heeft 50 jaar lang gerookt en nooit longkanker gekregen. En iemand die nooit een sigaret heeft aangeraakt, wordt juist wel getroffen door de ziekte. Wat is nu de relatie tussen roken en longkanker? Longarts Arjen van Henten, gespecialiseerd in longkanker, legt het uit aan de hand van een aantal feiten en cijfers.
“Laat ik beginnen met het feit dat longkanker een van de meest dodelijke vormen van kanker is: Ongeveer 80% van de patiënten met deze diagnose overlijdt uiteindelijk. Zo’n 5% van de rokers krijgt longkanker. Dat lijkt erg mee te vallen, maar 85 tot 90% van de longkankers is veroorzaakt door roken. En dat is toch wel een enorm aandeel. Anders dan vaak gedacht wordt is longkanker niet erfelijk overdraagbaar. Het wel of niet krijgen van de ziekte wordt wel in grote mate bepaald door je leefstijl. En die wordt natuurlijk wel veelal bepaald door je familie en omgeving. Samen stoppen is dan ook het meest zinvol: verslavingen als roken zitten in het systeem.
De relatie tussen longkanker en roken is dosis gerelateerd; de duur en hoeveelheid van het roken heeft een grote invloed op het ontwikkelen van de ziekte. Stoppen is dan ook altijd zinvol. Ter illustratie: als je vóór je 30e levensjaar stopt met roken, heb je op je 50e zelfs dezelfde kans op longkanker als iemand die nog nooit een sigaret heeft aangeraakt. Opvallend is dat vrouwen gevoeliger zijn voor de schade door roken dan mannen. We zien dat vrouwen na 20 tot 30 jaar roken dezelfde schade hebben opgelopen als mannen in 30 tot 40 jaar.
Wanneer je eenmaal longkanker hebt, is het nog steeds erg zinvol om te stoppen met roken. De behandeling slaat dan vele malen beter aan en bovendien is het bewezen dat je je behandeling fitter uitkomt. Ik vind het achterhaald om mensen met longkanker hun patiënt het roken nog te gunnen. De behandeling is daardoor namelijk bewezen minder effectief. Ook veroorzaak je er bijkomende aandoeningen mee die kwaliteit van leven verder verslechteren en de kans op genezing verkleinen. Ik probeer patiënten te motiveren om ook zelf aan de slag te gaan met hun gezondheid, in plaats van af te wachten tot de dokter hen geneest. Je hebt zelf de regie over je gezondheid en daar helpen we je bij. Mijn boodschap: stoppen heeft altijd zin.”