Tuberculose (TBC)
De diagnose wordt gesteld op grond van de klachten, de Mantoux test, een röntgenfoto en onderzoek van het sputum. Tegenwoordig kan in bijzondere gevallen ook wel speciaal bloedonderzoek verricht worden.
Als de diagnose gesteld is wordt dit (wettelijk verplicht) gemeld bij de GGD afdeling infectieziekten.
Eventueel neemt de afdeling tuberculose bestrijding contact op met de patiënt voor nader contactonderzoek.
Tuberculose is normaliter te behandelen met een combinatie van geneesmiddelen, dat zijn meestal Isoniazide (INH), Rifampicine, Pyrazinamide en Ethambutol. De behandeling duurt minimaal 6 maanden en kan bijwerkingen hebben. De behandeling vindt meestal thuis plaats met tijdelijke isolatiemaatregelen. Een minderheid van de tbc-patiënten wordt voor behandeling opgenomen in een ziekenhuis of sanatorium.