9 oktober 2018

Vijf vragen over roken bij een chronische ziekte

Natalie Vorstenbosch, verpleegkundig specialist, begeleidt hart- en longpatiënten die een revalidatieprogramma volgen van MMC, afdeling hart- en longrevalidatie. “Deze patiënten kunnen vaak niet genezen, maar ze kunnen wél het verloop van de ziekte veranderen. Codewoord daarbij is je leefstijl, waar roken een belangrijk onderdeel van is.”

  1. Stoppen met roken als je chronisch ziek bent, heeft dat nog wel zin?
    “Soms zijn patiënten sceptisch. Tijdens ons gesprek ontdekken zij echter wat zij kunnen verbeteren door hun leefstijl te veranderen, bijvoorbeeld door te stoppen met roken. Met alleen medicijnen blus je een brand. Als je daar een gezonde leefstijl aan toevoegt, vermindert de ziektelast aanzienlijk en verbetert de kwaliteit van leven. Kortom, je kunt meer, en daar heb je zelf invloed op. Daarnaast zijn er natuurlijk ook lichamelijke voordelen van stoppen met roken: de ziekte verergert minder snel en de kans op het ontstaan van andere ziekten verkleint.”
  2. Waarom is het zo moeilijk om te stoppen met roken?
    “Bijna alle patiënten weten wel dat roken niet gezond is. Maar het is tegelijkertijd ook de moeilijkste verslaving om vanaf te komen. Bij het opsteken van een sigaret ervaart de patiënt rust. Het een manier van omgaan met een bepaalde situatie. Zo’n gewoonte afleren is erg moeilijk. Ondertussen creëert roken onrust in het lichaam, maar daar merk je niet direct wat van. Bovendien zijn vooral vrouwen bang om in gewicht aan te komen, zodra zij gestopt zijn met roken. Ik zeg altijd: dat is een probleem om later aan te pakken. Stapje voor stapje. Maak het niet te moeilijk voor jezelf.”
  3. Waarom lukt het de ene patiënt beter om te stoppen dan de ander?
    “Ik ben het aanspreekpunt voor zowel hart- als longpatiënten tijdens hun revalidatietraject. Tussen deze twee groepen patiënten zie ik duidelijke verschillen als het gaat over stoppen met roken. Hartpatiënten zijn vaak angstig, doordat zij een heftig incident zoals een hartinfarct of soms zelfs een reanimatie hebben meegemaakt. Dat willen ze niet nogmaals beleven en daardoor leggen ze hun sigarettenpakjes weg. Daarnaast wordt het hart gezien als levensbron, bij de longen is dat beeld toch anders. Door te roken beschadigen de longen, maar dat gaat langzaam waardoor de klachten minder opgemerkt worden. Als er sprake is van zuurstofafname voelen longpatiënten overigens wel vaak de noodzaak om te stoppen met roken. ‘Ik wil nooit aan de zuurstof’, is dan de gedachte.”
  4. Hoe wordt stoppen met roken makkelijker?
    “Er zijn een aantal factoren die het stoppen met roken makkelijker maken. Het allerbelangrijkste is de wil om te veranderen. Er moet een doel zijn. Sommige patiënten stoppen omdat zij een voorbeeld willen zijn voor hun kleinkinderen, anderen hebben een financiële reden. Als je 100% gemotiveerd bent, is de kans groot dat het lukt. Daarnaast is steun van je omgeving belangrijk. Als de partner ook stopt met roken, wordt het makkelijker voor jou.”
  5. Hoe begeleid je patiënten die willen stoppen met roken?
    “Als de wil er is om te stoppen, bespreek ik of en hoe de patiënt begeleid wil worden. Dat kan bijvoorbeeld door groepsbijeenkomsten of telefonische coaching van Sinefuma, een organisatie waar we mee samenwerken. Maar het belangrijkste vind ik om de patiënt te steunen en te complimenteren. Veel patiënten denken dat zij gefaald hebben als het niet lukt om te stoppen. Met een gevoel van schaamte vertellen ze dat ze tien sigaretten minder per dag roken, maar dat stoppen niet lukt. Ik wil dat gevoel wegnemen. Je mag daar namelijk óók trots op zijn. Gemotiveerd om nog meer te minderen of helemaal te stoppen, zie ik deze patiënten vervolgens mijn spreekkamer uitlopen. Daar doe ik het voor.”