8 augustus 2025

Spreidbroekje bij lichte heupdysplasie meestal niet nodig

Wereldwijd worden kinderen met heupdysplasie behandeld met een spreidbroekje, dat ze 23 uur per dag, 6 weken lang moeten dragen. Uit onderzoek van Máxima MC blijkt dat de lichtste vorm van heupdysplasie meestal vanzelf geneest, zonder behandeling met een spreidbroekje. Het actief controleren van de heupen is dan voldoende. Dit voorkomt onnodige behandeling en vermindert zorgen en ongerustheid bij ouders. De resultaten van dit onderzoek zijn onlangs gepubliceerd in het toonaangevende vaktijdschrift The Bone & Joint Journal.

Heupdysplasie is één van de meest voorkomende aandoeningen bij pasgeboren baby’s. Hierbij is het heupgewricht niet goed ontwikkeld. Dit kan variëren van een lichte tot een ernstige afwijking. Bij een ernstige afwijking is de heup uit de kom. In Nederland worden de heupen van alle baby’s gecontroleerd op het consultatiebureau. Als het nodig is, wordt er ook een echo van de heupen gemaakt. Bij een afwijkende echo volgt verder onderzoek op de afdeling kinderorthopedie van het ziekenhuis. Máxima MC is officieel aangewezen als STZ (Samenwerkende Topklinische Ziekenhuizen) expertisecentrum voor heupdysplasie. Deze erkenning onderstreept de hoogwaardige zorg die we bieden aan kinderen en jongvolwassenen met deze complexe aandoening.

Behandelingen bij heupdysplasie

Bij de lichtste vorm van heupdysplasie zijn er twee behandelopties:

  • Een spreidbroekje (Pavlik-bandage): dit is de bekendste behandeling. Bij deze behandeling draagt de baby 23 uur per dag, 6 weken lang een spreidbroekje. Met een echo wordt daarna gecontroleerd of de heup hersteld is.
  • Actief monitoren van de heup: in plaats van een spreidbroekje, wordt zes weken na de diagnose opnieuw een echo gemaakt om te kijken of de heup vanzelf hersteld is.

Spontaan herstel bij lichte heupdysplasie

Máxima MC onderzocht of de impactvolle behandeling met een spreidbroekje nodig is bij baby’s met de lichtste vorm van heupdysplasie. De gedachte is namelijk dat deze vorm uit zichzelf geneest. Het onderzoek bevestigt dat de heupen van de meeste baby’s met de lichtste vorm van heupdysplasie spontaan genezen, zonder behandeling met een spreidbroekje. Een studie met ruim 500 kinderen toonde aan dat 93% van de kinderen na zes weken actief monitoren een normale heup had. 7% had alsnog een behandeling met een spreidbroekje nodig, maar ook deze heupen herstelden daarna van de heupdysplasie. Het grote voordeel van actieve monitoring is dat onnodige behandeling voorkomen wordt. Ook ervaren ouders minder stress van de behandeling.

De kinderorthopedisch chirurg kijkt samen met u welke behandeling het beste past bij uw kind. Heeft u vragen? Neem dan contact op met de polikliniek kinderorthopedie van Máxima MC: 040 – 888 82 70.