TSH
Bij de diagnose en behandeling van schildklieraandoeningen is bloedonderzoek belangrijk. In het klinisch laboratorium wordt op verzoek van de arts de TSH-waarde in het bloed bepaald om vast te stellen of er sprake is van een te snel- of te traag werkende schildklier.
De schildklier heeft een centrale rol in de stofwisseling. Bij een tekort aan schildklierhormoon verlopen allerlei processen in het lichaam trager hetgeen vaak gepaard gaat met klachten als moeheid, traagheid, lusteloosheid, gewichtstoename, en obstipatie. Een te snel werkende schildklier leidt juist tot versnelling van veel processen met gevolgen als gejaagdheid, vermagering, hartkloppingen en diarree. Bij een te snel of te traag werkende schildklier zal de hoeveelheid schildklierhormoon te hoog of te laag zijn. Daarbij gaat het hormoon dat de schildklier stimuleert (TSH) omlaag of omhoog. Veranderingen in dit TSH geven heel gevoelig aan of de schildklier te snel of te traag werkt.