Moeizame ontlasting

Een moeizame stoelgang komt vaak voor. Bij een moeizame ontlasting heeft iemand minder dan drie keer per week ontlasting, komt er te weinig ontlasting, de ontlasting is te hard of u moet er hard bij persen. Ook is de ontlasting vaak pijnlijk.

Andere klachten die door moeizame ontlasting kunnen worden veroorzaakt zijn buikpijn of buikkrampen, misselijkheid en slechte eetlust, een vol of opgeblazen gevoel, winderigheid, pijnlijke scheurtjes bij de anus of bloed op de ontlasting of toiletpapier.

Oorzaak moeilijke ontlasting

De oorzaken van een moeizame stoelgang kunnen liggen aan het voedingspatroon, maar ook aan darm- of bekkenbodemafwijkingen.
Moeizame ontlasting komt meestal door voedings- en leefgewoonten, zoals:

  • te weinig drinken. Om goed te kunnen poepen moet u minstens 1,5 tot 2 liter per dag drinken;
  • te weinig eten;
  • te weinig vezels in het eten;
  • te weinig beweging;
  • ontlasting ophouden of wachten met naar de wc gaan;
  • stress;
  • een verandering in het normale leefpatroon, bijvoorbeeld door vakantie.

Verhoogde spanning in de bekkenbodem
Moeizame ontlasting kan ook ontstaan door verhoogde spanning in de bekkenbodem. Bij chronisch verhoogde spierspanning in de bekkenbodem wordt de huid rond de anus minder doorbloedt en daarmee kwetsbaar en pijnlijk. Er kan ook sprake zijn van een functiestoornis waarbij de bekkenbodem bij stoelgang juist wordt aangespannen in plaats van ontspannen.

Medicijnen
Een moeizame ontlasting komt ook voor bij bepaalde ziekten en medicijnen met een verstoppende werking, bijvoorbeeld: antidepressiva, ijzertabletten, morfine en morfineachtige medicijnen, parkinsonmedicijnen, anti-epileptica en plaspillen.

Andere oorzaken

  • Ook zwangere vrouwen hebben veel last van moeizame ontlasting;
  • sommige mensen hebben minder actieve darmen;
  • in enkele gevallen wordt een moeizame stoelgang veroorzaakt door aandoeningen zoals schildklierafwijkingen.

Behandeling moeizame ontlasting

De klachten van moeizame ontlasting zijn vaak gemakkelijk te verhelpen. U kunt zelf het volgende doen:

  • Drink ten minste 1,5 tot 2 liter per dag.
  • Eet regelmatig. Sla het ontbijt niet over.
  • Eet genoeg vezels. Vezels houden vocht vast in uw darm. U krijgt hierdoor meer en zachtere ontlasting en de werking van de darm wordt gestimuleerd. Vezels zitten vooral in volkoren- en roggebrood, aardappelen, volkoren pasta, zilvervliesrijst, peulvruchten (bonen, erwten, linzen), groenten (ook rauwe groenten) en fruit. Op www.vezeltest.info  ziet u of u genoeg vezels eet.
  • bewegen: Zorg dat u iedere dag ten minste een halfuur intensief beweegt (bij voorkeur drie keer tien minuten of twee keer een kwartier mag ook). Ga bijvoorbeeld wandelen, rennen, fietsen, zwemmen of tuinieren. Daardoor komen de darmen ook in beweging en komt de ontlasting beter op gang.
  • ga naar het toilet zodra u aandrang voelt. Stel dit niet uit, ook al heeft u het druk.

Helpen deze maatregelen niet goed? Neem dan contact op met uw huisarts. Hij kan u doorverwijzen naar Bekkenzorg Máxima voor een gericht onderzoek en/of behandeling.

Voedingsadviezen

Samen met een diëtiste stellen we voor u een voedingspatroon samen waardoor uw stoelgang verbetert.

Bekkenfysiotherapie

De behandeling bestaat vaak uit gespecialiseerde bekkenfysiotherapie. Van de bekkenfysiotherapeut leert u een goed toiletgedrag aan. Het blijkt dat heel veel mensen met deze klachten ongemerkt persen in plaats van ontspannen om hun ontlasting kwijt te raken.

Medicatie bij moeizame ontlasting

Ook medicatie kan helpen. Bijvoorbeeld middelen met dezelfde werking als voedingsvezels. Ze houden vocht vast in de darmen. Daardoor wordt de ontlasting zachter en de darmen worden voller.

Andere medicijnen kunnen de ontlasting dunner maken. De meeste laxeermiddelen gaan de vochtopname tegen en zorgen er zo voor dat er minder vocht aan de ontlasting wordt onttrokken. Daardoor blijft de ontlasting zachter en wordt deze ook een beetje zuur. Dit zet de darmen aan tot bewegen.

Overige behandelingen

Als andere behandelingen niet helpen of als afwijkingen in de darm- of bekkenbodem uw klachten veroorzaken, zijn er andere behandelingen mogelijk. Zo kan bij een endeldarmverzakking een operatieve ingreep een oplossing zijn.