Boezemfibrilleren

Boezemfibrilleren is een ritmestoornis die niet levensbedreigend is, maar meestal wel behandeld moet worden om schade aan het hart te voorkomen.

Bij een normaal hartritme ontstaat een elektrische prikkel in de sinusknoop. Deze prikkel verspreidt zich daarna over de boezems. Bij boezemfibrilleren ontstaan de elektrische prikkels niet op één plek maar op diverse plaatsen in de boezems. Deze prikkels bewegen snel en kriskras door elkaar. Toch is meestal het ritme van de kamers ook te snel, vaak meer dan 150 slagen per minuut. Dat is bijna tweemaal zo snel als normaal, waarbij de kamers snel en onregelmatig samentrekken.

Oorzaak

Boezemfibrilleren kan verschillende oorzaken hebben. Het kan het gevolg zijn van andere aandoeningen, zoals:

Klachten

Sommige mensen voelen dat het hartritme van slag is. Vooral de overgang van een normaal hartritme naar boezemfibrilleren is goed te merken. Klachten zijn: onregelmatige hartslag, hartbonken, transpireren en duizeligheid.
De ernst van de klachten varieert. Sommigen beperkt het in hun dagelijkse activiteiten. Realiseer dat hoe hevig de klachten ook zijn het hart gewoon door blijft pompen.
Boezemfibrilleren kan leiden tot bloedstolselvorming in het hart. Deze bloedstolsels kunnen zich verspreiden naar de hersenen en een beroerte veroorzaken. Er zijn verschillende medicijnen die stolselvorming tegengaan.
Boezemfibrilleren met een hoge hartfrequentie kan leiden tot een vermindering van de pompfunctie van het hart en leiden tot hartfalen. Daarom wordt bij chronisch boezemfibrilleren medicatie voorgeschreven om de hartfrequentie te verlagen.

Onderzoek

Onderzoeken om boezemfibrilleren vast te stellen zijn onder andere:

Hartfilmpje
Bij een hartfilmpje, ook wel ECG, wordt er een grafiek gemaakt van de elektrische activiteit van het hart. Het samentrekken van het hart gebeurt in een goed georganiseerde volgorde: eerst de boezems van het hart, dan de tussenwand en als laatste de hartkamers. Op het hartfilmpje zijn de verschillende fasen van de hartslag te zien.

Echo-doppler
Met behulp van geluidsgolven worden de bewegingen en de bouw van de hartspier zichtbaar gemaakt. Tevens wordt de klepfunctie gecontroleerd.

Holteronderzoek
Een holter is een apparaatje dat gedurende een bepaalde tijd uw hartritme registreert, met het doel eventuele hartritmestoornissen te ontdekken.

Inspanningsonderzoek
Dit onderzoek geeft informatie over uw lichamelijke conditie en de oorzaak van een verminderd prestatievermogen.

Behandeling

Boezemfibrilleren is niet levensbedreigend, maar belast het hart voortdurend. Dit kan op den duur leiden tot hartfalen. Daarom is behandeling meestal nodig, ook wanneer er weinig klachten zijn.

Ritmecontrole
a. Herstel sinusritme Bestaan de klachten van boezemfibrilleren korter dan 48 uur, dan kan een cardioversie (herstel naar sinusritme) worden verricht. Dit bestaat uit het toedienen van medicijnen via de bloedbaan (chemische cardioversie) of het toedienen van een elektrische schok (elektrische cardioversie). Bestaat het boezemfibrilleren langer dan 48 uur, dan stijgt het risico op stolselvorming. Voorafgaand aan een elektrische cardioversie slikt u minimaal drie weken antistolling. Na de cardioversie slikt u nog minimaal 4 weken antistolling. b. Ritmecontrole strategie (behoud van sinusritme) Na een cardioversie is het van belang om het verkregen sinusritme te behouden en terugval naar boezemfibrilleren te 5 voorkomen. Om dit sinusritme te behouden krijgt u een antiaritmicum medicijn voorgeschreven. Bij veel mensen kan met de juiste combinatie en dosering van medicijnen voor ritmecontrole het boezemfibrilleren goed worden behandeld. Er blijft een kans op terugval bestaan.

Frequentiecontrole
Bij frequentiecontrole wordt geprobeerd de hartfrequentie te reguleren met medicijnen, de klachten te verminderen en het ontstaan van hartfalen te voorkomen. Frequentiecontrole wordt vaak toegepast bij (oudere) patiënten met weinig tot geen klachten of als een ritmecontrole strategie niet succesvol is. Tot nu toe is niet aangetoond dat ritmecontrole beter is dan frequentiecontrole.

Antistolling
Afhankelijk van de risicofactoren zoals hartfalen, hoge bloeddruk, leeftijd, geslacht, suikerziekte, een herseninfarct in het verleden of een andere vaataandoening wordt medicatie voor ontstolling.

Pacemaker
Anders dan vaak wordt gedacht is een pacemaker geen goede behandeling voor boezemfibrilleren. Een pacemaker kan bij mensen met een te traag hartritme de hartfrequentie op peil houden. Een pacemaker kan echter het ritme niet veranderen.

Catheterablatie
Bij catheterablatie wordt de tip van een speciale catheter verwarmd of heel koud gemaakt. Daarmee worden littekens gemaakt in het hartspierweefsel. Dit wordt gedaan op de plaats waar de ritmestoornis vandaan komt of waar de elektrische prikkels moeten passeren om de ritmestoornis in stand te houden. Vaak is het nodig de behandeling een keer te herhalen. Deze behandeling heeft een succeskans van 70-90%.

Maze-operatie
Boezemfibrilleren kan ook operatief worden behandeld, via de Maze-operatie. Hierbij worden, tijdens een open hartoperatie, een aantal littekens in de boezems gemaakt of gebrand. Deze techniek wordt weinig toegepast. Bij mensen die om een andere reden een hartoperatie moeten ondergaan, zoals een bypassoperatie, kunnen littekens gemaakt worden zoals bij catheterablatie.

Mini Maze-operatie (VATS)
De Mini Maze-operatie is een Video Assistend Thoracoscopic Surgery (VATS). Dit betekent dat het een operatie is in de borstkast met een kijkbuis waarop een zeer kleine videocamera zit. Zo kan de chirurg in uw borstkas kijken en opereren zonder een grote wond te maken. Tijdens deze operatie worden de pulmonaal venen geïsoleerd en het linker hartoortje verwijderd. Deze behandeling wordt uitgevoerd in gespecialiseerde centra.

Netwerk boezemfibrilleren

Om patiënten met boezemfibrilleren goede zorg te bieden is het Regionale Netwerk Boezemfibrilleren opgezet, hierbij werken we nauw samen met het Catharina Ziekenhuis, het St. Anna Ziekenhuis en het Elkerliek Ziekenhuis. Het doel is om hartritmestoornis op een doelmatige wijze te begeleiden en te behandelen. Het streven is dat patiënten hier na doorverwijzing van hun huisarts of medisch specialist binnen één week terecht kunnen.

Specialist

L. Theunissen