10 februari 2016

Hartfalen(zelf)zorg vraagt om een multidisciplinaire aanpak

Chronisch hartfalen is een ongeneeslijke en langzaam progressieve aandoening. De behandeling bestaat voor een groot deel uit dagelijkse zelfzorg: zout- en vochtbeperking, medicatie, dagelijks wegen, regelmatige lichaamsbeweging en het monitoren van hartfalensymptomen en zonodig de arts/verpleegkundige raadplegen.

Psychologe Dionne Kessing toont in haar promotieonderzoek aan dat psychosociale factoren zoals het hebben van een partner, het emotioneel welbevinden en goede zelfzorgkennis, van belang zijn ten aanzien van de kwaliteit van zelfzorg. Daarnaast zijn er diverse (psychologische) risicofactoren waaronder depressie, anhedonie en vermoeidheid. Ook blijkt zelfzorg samen te hangen met een betere gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven. Dit verband is echter onlosmakelijk verbonden met het psychologisch functioneren.

In haar proefschrift pleit Kessing daarom voor het hanteren van een patiëntgerichte, dynamische en multidisciplinaire benaderwijze in het optimaliseren van hartfalen(zelf)zorg. Kessing promoveerde op vrijdag 5 februari 2016 op dit onderwerp aan de Universiteit van Tilburg.