Overactieve blaas

Mensen met een overactieve blaas moeten vaak plassen. Normaal gesproken plassen we per 24 uur ongeveer zes á zeven keer, waarvan soms één keer ’s nachts. Als u vaker moet plassen – misschien wel ieder uur- dan spreken we van een overactieve blaas.

Symptomen overactieve blaas

Vaak komt de aandrang om te plassen heel plotseling. Dat kan overdag gebeuren, maar ook ’s nachts. Veel mensen met een overactieve blaas gaan uit voorzorg vaker naar het toilet, waardoor ze op den duur helemaal niet meer gewend zijn om hun plas op te houden. Sommige mensen hebben weinig of geen controle meer over hun blaas. Zij krijgen door de overactieve blaas last van urineverlies.

Oorzaak overactieve blaas

Bij de meeste mensen is niet bekend waarom zij een overactieve blaas hebben. Er zijn dan ook verschillende oorzaken:

  • Bekkenbodemproblemen. Sommige mensen spannen zonder dat ze dat weten de bekkenbodem te veel aan. Hierdoor ontstaat er druk op de blaas, waardoor je vaker moet plassen.
  • Een ziekte aan de blaas: blaasontsteking, blaasstenen of een blaastumor.
  • Een eerdere operatie voor stressincontinentie geeft meer kans op een overactieve blaas.
  • Medicijnen. Soms is een overactieve blaas een bijwerking van plaspillen of antidepressiva.
  • Psychische problemen. Ongeveer een kwart van de mensen met een overactieve blaas maakt zich zorgen of heeft depressieve gevoelens.
  • Bestraling.
  • Beschadiging of ziekte van de zenuwen. Bijvoorbeeld een dwarslaesie, Alzheimer, MS of Parkinson.
  • Soms is er geen bekende oorzaak voor de klacht.

Onderzoek overactieve blaas

Heeft u last van een overactieve blaas en is de oorzaak niet bekend, dan is verder onderzoek nodig. Bij Bekkenzorg Máxima wordt er zorgvuldig gekeken naar uw klacht en zonodig aanvullend onderzoek uitgevoerd:

Urineonderzoek
Urineonderzoek om een blaasontsteking uit te sluiten.

Flowmetrie
Bij flowmetrie wordt u gevraagd om uit te plassen in de flowtoilet. Een apparaat dat de kracht van de urinestraal meet. Aan de hand van deze meting kunnen we zien of er eventueel een blaasontledingsstoornis is.

Onderzoek door bekkenfysiotherapeut
Als blijkt dat u uw bekkenbodemspieren niet op de juiste manier functioneren kan bekkenfysiotherapie een uitkomst bieden. Bekkenzorg Máxima werkt nauw samen met gespecialiseerde bekkenfysiotherapeuten in de regio die u leren de spieren rond de bekken te (her)kennen en te gebruiken. Het doel is om van de bekkenbodem en de omliggende spieren (weer) een samenwerkend geheel te maken.

Urodynamisch onderzoek
Een urodynamisch onderzoek laat zien hoe uw blaas functioneert. Zo kan vastgesteld worden wat de oorzaak is van uw plasklacht en wat de beste behandeling is voor uw probleem.

Behandeling overactieve blaas

Wat kunt u zelf doen?

  • Als u te zwaar bent, kan afvallen soms helpen om de klachten te verminderen
  • Drinkt u veel koffie? Probeer dan eens twee weken helemaal geen koffie te drinken. Bij veel mensen helpt dit
  • Blijf voldoende drinken. Weinig drinken verergert het probleem. Drink geen alcohol en gebruik geen nicotine en drugs, deze stoffen prikkelen de blaas juist
  • Houd een plasdagboek bij. U kunt dan zien of de blaastraining helpt

Vaak kan een overactieve blaas goed behandeld en verholpen worden. Aan de hand van de oorzaak voor een overactieve blaas zal de arts een behandeling starten. Dit kan één van de volgende behandelingen zijn:

Blaastraining
De blaas trainen met een zogenaamde blaastraining. U leert om niet direct toe te geven aan de aandrang om te plassen en naar het toilet te lopen. U leert dus als het ware de plas uit te stellen.

Bekkenbodemoefeningen
Een behandeling die vaak bij vrouwen wordt gedaan, is het beter leren controleren van de bekkenbodemspieren door middel van bekkenbodemoefeningen. De bekkenfysiotherapeut helpt een beter gevoel te krijgen in de bekkenbodemspieren zodat je ze leert aanspannen en ontspannen.

Medicijnen
Medicijnen tegen een overactieve blaas zorgen ervoor dat de blaasspier zich ontspant. Hierdoor trekt de blaas zich minder vaak samen en kan er meer urine in de blaas vastgehouden worden. Vaak worden medicijnen gebruikt in combinatie met blaastraining. De medicijnen zorgen ervoor dat de symptomen bestreden worden. De blaastraining wordt dan gebruikt om de controle over uw blaas weer terug te krijgen.

Zenuwstimulatie
Stimulatie van de zenuwen die naar de blaas gaan. Wanneer bepaalde zenuwen worden gestimuleerd, trekt de blaas minder vaak samen. Er zijn verschillende manieren van zenuwstimulatie:

  • Bij percutaneous tibial nerve stimulation (PTNS) wordt een zenuw bij uw enkel gestimuleerd om ongewenste signalen naar de blaas, endeldarm en de sluitspieren te blokkeren. Dit heeft een gunstig effect op de zenuwen die naar de bekkenorganen lopen. De behandeling wordt poliklinisch uitgevoerd, eenmaal per week gedurende 30 minuten. Een volledige behandeling omvat 12 behandelingen gedurende 12 opeenvolgende weken.
  • Bij sacrale neuromodulatie (SNS) krijgt u een soort pacemaker in uw onderrug. Hierbij worden via elektrodedraadjes zwakke stroomsignalen afgegeven aan de zenuwen die vanuit het heiligbeen naar de bekkenorganen lopen. Zo worden verkeerde signalen naar de bekkenorganen geblokkeerd. De neurostimulator die de stroomsignalen produceert, wordt onder de huid ingebracht als een proefbehandeling heeft aangetoond dat deze methode voor u werkt. Als u voor deze behandeling in aanmerking komt, dan wordt u verwezen naar het Catharina ziekenhuis die hiermee goede expertise hebben.

Botox
Door botox in de blaasspier te spuiten, wordt deze rustiger en neemt het gevoel van drang en urineverlies af. De resultaten zijn zeer bemoedigend (tot 80% genezing). Botox werkt zes tot negen maanden. De botoxinjecties kunnen worden herhaald zonder schade aan de blaas. U bepaalt zelf aan de hand van uw klachten wanneer u de behandeling wilt herhalen. Echter zijn lange termijn resultaten nog niet bekend.

Blaasvergroting
Een laatste redmiddel is een blaasvergroting. U krijgt dan een operatie waarbij de arts een stuk darm in uw blaas zet. Na deze operatie kunt u soms niet meer normaal plassen. U moet dan katheteriseren. De frequentie van katheterisatie kan variëren van één keer voor de nacht tot iedere plas.

  • Wat is een overactieve blaas?

    Mensen met een overactieve blaas moeten vaak plassen. Normaal gesproken plassen we per 24 uur ongeveer zes á zeven keer, waarvan soms één keer ’s nachts. Als u vaker moet plassen – misschien wel ieder uur- dan spreken we van een overactieve blaas.

  • Wat zijn symptomen van een overactieve blaas?

    Vaak komt de aandrang om te plassen heel plotseling. Dat kan overdag gebeuren, maar ook ’s nachts. Veel mensen met een overactieve blaas gaan uit voorzorg vaker naar het toilet, waardoor ze op den duur helemaal niet meer gewend zijn om hun plas op te houden. Sommige mensen hebben weinig of geen controle meer over hun blaas. Zij krijgen door de overactieve blaas last van urineverlies.

  • Wat is de oorzaak van een overactieve blaas?

    Bij de meeste mensen is niet bekend waarom zij een overactieve blaas hebben. Er zijn dan ook verschillende oorzaken: Bekkenbodemproblemen; Een ziekte aan de blaas: blaasontsteking, blaasstenen of een blaastumor; Een eerdere operatie voor stressincontinentie geeft meer kans op een overactieve blaas; Medicijnen; Psychische problemen; Bestraling; Beschadiging of ziekte van de zenuwen. Bijvoorbeeld een dwarslaesie, Alzheimer, MS of Parkinso; Soms is er geen bekende oorzaak voor de klacht.