21 februari 2020

Extra behandeloptie voor patiënten met liesbreuk

Sinds kort biedt Máxima MC een extra behandeloptie bij een liesbreuk. Deze TREPP-operatie combineert de voordelen van de al bestaande technieken: minder napijn, een kleinere kans op langdurige pijnklachten en de mogelijkheid om met een ruggenprik geopereerd te worden, in plaats van onder narcose.

De TREPP is toegevoegd aan de al bestaande opties om een liesbreuk te herstellen: de TEP (een kijkoperatie onder narcose) en de klassieke operatie (een ‘open’ methode). De nieuwe TREPP-operatie (transrectusschede-preperitoneale procedure) combineert de voordelen van deze twee operatietechnieken.

Bij bewustzijn blijven

“In tegenstelling tot een kijkoperatie hoeft een patiënt bij een TREPP niet onder narcose gebracht te worden. Bij deze operatie is het namelijk mogelijk om een ruggenprik als verdoving te kiezen, waardoor de patiënt bij bewustzijn blijft”, vertelt chirurg René Groetelaers, die onlangs bij Máxima MC is gestart en zich gespecialiseerd heeft in deze techniek. “Bijkomend voordeel van de ruggenprik is dat je tijdens de operatie in contact kunt blijven met de patiënt. “Daarnaast is een kijkoperatie soms niet mogelijk, bijvoorbeeld door een eerdere operatie in de buik of als de patiënt een stoma heeft.”

Minder napijn

Bij een TREPP maakt de chirurg een kleine snee net boven de lies. De uitstulping van het buikvlies (de liesbreuk) wordt uit het lieskanaal gehaald en teruggeduwd in de buikholte. Hierna wordt de zwakke plek in de buikwand afgedekt met een kunststof matje. “Een groot voordeel ten opzichte van de klassieke operatie is dat bij een TREPP het lieskanaal niet wordt geopend. Daardoor is de kans op zenuwbeschadiging in de liesstreek veel kleiner. De operatie geeft daardoor veel minder napijn. Ook is er een veel kleiner risico op chronische pijnklachten.”

Persoonlijke behandelmethode

Bij Máxima MC bespreekt de chirurg samen met de patiënt welke behandeling en verdoving voor hem of haar het meest geschikt is. Dit is afhankelijk van verschillende factoren, zoals werkzaamheden, de grootte en soort breuk (enkel- of dubbelzijdig), levensstijl, eerdere (liesbreuk)operaties en eventuele gezondheidsrisico’s.