MMC onderzoekt pijnbehandeling voor beter herstel na longoperatie
Half miljoen euro subsidie voor onderzoek naar pijnstilling bij longoperatie
Om pijn onder controle te houden en spoedig herstel te bevorderen, krijgen patiënten bij een longoperatie pijnstilling toegediend. Onbekend is tot nu toe welke pijnbehandeling na deze kijkoperatie het meest effectief is. Een subsidie van 506.000 euro, toegekend door ZonMw, maakt landelijk onderzoek door Máxima MC (MMC) hiernaar mogelijk.
In Nederland ondergaan jaarlijks ruim 2.500 patiënten een kijkoperatie van de long, waarbij een deel van de long wordt verwijderd. Deze operatie kan nodig zijn in het geval van longkanker of goedaardige aandoeningen aan de long. Hierbij wordt in het merendeel van de ziekenhuizen momenteel een ruggenprik (epiduraal) als pijnstilling gebruikt. Daarnaast bestaan er minder ingrijpende, lokale pijnstillingtechnieken. MMC gaat onderzoeken wat de meest optimale pijnbehandeling voor deze patiëntengroep is, aangezien er op dit moment geen duidelijke richtlijn hiervoor bestaat. Het onderzoek wordt uitgevoerd door arts-onderzoeker Louisa Spaans onder begeleiding van longchirurg dr. Frank van den Broek van MMC, in samenwerking met het Radboud UMC en het Amsterdam UMC.
Kwaliteit van herstel
In het onderzoek worden patiënten in drie groepen verdeeld, op basis van de drie pijntechnieken die worden onderzocht: de ruggenprik en twee soorten lokale pijnstillingtechnieken. “We onderzoeken of de lokale technieken net zo goed tegen pijn werken als de ruggenprik én beter zijn voor de kwaliteit van herstel”, vertelt Louisa Spaans. “Om dit te meten, vullen de patiënten vragenlijsten hierover in en worden pijnscores bijgehouden. Zo stellen we vragen over eten, angst, pijn en support vanuit familie en zorgpersoneel.”
Ruggenprik of lokale pijnstilling
“De pijnstillingtechnieken hebben verschillende kenmerken”, zegt Frank van den Broek. “Zo kent de ruggenprik een goede werking, maar verdooft het ook de niet-geopereerde zijde van het lichaam en ontstaat er spierzwakte van de benen. Tijdens hun opname liggen patiënten hierdoor vaak op bed en hebben ze een blaaskatheter nodig. Dit beperkt beweging op dat moment. Daarnaast ervaart een deel van de patiënten het inbrengen van de ruggenprik vóór de operatie als vervelend. “In tegenstelling tot de ruggenprik, worden de lokale pijntechnieken toegediend als patiënten al in slaap zijn gebracht”, vervolgt Spaans. “Daarnaast hoeft bij de lokale technieken geen blaaskatheter geplaatst te worden en kunnen patiënten na de operatie eerder hun bed uit. Verwacht wordt dat dit voor een sneller herstel zorgt en patiënten gemiddeld korter in het ziekenhuis hoeven te verblijven.”
Voor het onderzoek werkt MMC samen met patiëntenvereniging Longkanker Nederland en tien andere ziekenhuizen in Nederland en België. Vanaf 2021 gaan in totaal 571 patiënten aan de studie deelnemen. De resultaten worden in 2023 verwacht.