Botox bij overactieve blaas
Een behandeling met botox zorgt voor ontspanning van de blaasspier. Botox is werkzaam op de plaats waar de zenuw vastzit aan de spier. Hier blokkeert de botox de signaaloverdracht van de zenuw op de spier. Hierdoor kan de spier niet meer samentrekken. De kracht van de spier neemt sterk af. Na narcose of ruggenprik wordt de botox met een dunne camera op 25 plaatsen in de blaaswand gespoten.
Symptomen overactieve blaas
De klachten van een overactieve blaas kunnen heel verschillend zijn:
- meer dan acht keer per dag, en vaak ook ‘s nachts moeten plassen;
- plotselinge aandrang om te plassen;
- onvrijwillig urineverlies (incontinentie).
Behandeling overactieve blaas met botox
Een behandeling met botuline toxine (botox) Botulinum A zorgt voor ontspanning van de blaasspier. De resultaten zijn zeer bemoedigend (tot 80% genezing). Echter zijn lange termijn resultaten nog niet bekend. Het effect na de behandeling houdt aan tot maximaal negen maanden, waarna vaak nogmaals injecties moeten plaatsvinden. Een complicatie van de ingreep is dat de blaas te veel ontspant, zodat de patiënt niet meer goed kan uitplassen. Dit treedt op bij ongeveer 20% van de gevallen en vereist meestal een periode van zelfcatherisatie.
-
Hoe werkt botox bij een overactieve blaas?
Een behandeling met botox zorgt voor ontspanning van de blaasspier. Botox is werkzaam op de plaats waar de zenuw vastzit aan de spier. Hier blokkeert de botox de signaaloverdracht van de zenuw op de spier. Hierdoor kan de spier niet meer samentrekken. De kracht van de spier neemt sterk af. Na narcose of ruggenprik wordt de botox met een dunne camera op 25 plaatsen in de blaaswand gespoten.
-
Wat zijn symptomen van een overactieve blaas?
Symptomen kunnen zijn: meer dan acht keer per dag, en vaak ook ‘s nachts moeten plassen, plotselinge aandrang om te plassen, onvrijwillig urineverlies (incontinentie).
-
Hoe zijn de resultaten van een botoxbehandeling bij een overactieve blaas?
Een behandeling met botuline toxine (botox) Botulinum A zorgt voor ontspanning van de blaasspier. De resultaten zijn zeer bemoedigend (tot 80% genezing). Echter zijn lange termijn resultaten nog niet bekend. Het effect na de behandeling houdt aan tot maximaal negen maanden, waarna vaak nogmaals injecties moeten plaatsvinden. Een complicatie van de ingreep is dat de blaas te veel ontspant, zodat de patiënt niet meer goed kan uitplassen. Dit treedt op bij ongeveer 20% van de gevallen en vereist meestal een periode van zelfcatherisatie.