Bij een curettage wordt een laagje van het slijmvlies aan de binnenkant van de baarmoeder weggeschraapt met een curette, een soort lepeltje. Er zijn diverse redenen om een curettage uit te voeren:
De behandeling vindt plaats onder verdoving omdat het oprekken van de baarmoedermond zeer gevoelig kan zijn. Tijdens de ingreep brengt de gynaecoloog een speculum in de vagina waardoor deze open blijft. Daarna wordt de baarmoedermond opgerekt, waarna met een zuigbuis het slijmvlies van de baarmoeder wordt weggezogen of met een curette (een soort lepeltje) wordt weggehaald.
Wanneer er veel weefsel weggehaald moet worden, bijvoorbeeld na een miskraam, zuigt de gynaecoloog eerst het grootste deel met een buisje weg. De behandeling duurt ongeveer tien minuten.
Het is mogelijk dat u na de behandeling last krijgt van buikkrampen of nabloedingen in de eerste twee weken. U mag weer gemeenschap hebben wanneer dit bloeden is gestopt. Zelden komt het voor dat u een infectie overhoudt aan de behandeling.
Bij een curettage wordt een laagje van het slijmvlies aan de binnenkant van de baarmoeder weggeschraapt met een curette, een soort lepeltje. Er zijn diverse redenen om een curettage uit te voeren: wanneer er sprake is van een miskraam of voor microscopisch onderzoek, wanneer u een stukje weefsel uit de baarmoeder moet laten verwijderen.
De behandeling vindt plaats onder verdoving omdat het oprekken van de baarmoedermond zeer gevoelig kan zijn. Tijdens de ingreep brengt de gynaecoloog een speculum in de vagina waardoor deze open blijft. Daarna wordt de baarmoedermond opgerekt, waarna met een zuigbuis het slijmvlies van de baarmoeder wordt weggezogen of met een curette (een soort lepeltje) wordt weggehaald.
Wanneer er veel weefsel weggehaald moet worden, bijvoorbeeld na een miskraam, zuigt de gynaecoloog eerst het grootste deel met een buisje weg. De behandeling duurt ongeveer tien minuten.
Het is mogelijk dat u na de behandeling last krijgt van buikkrampen of nabloedingen in de eerste twee weken. U mag weer gemeenschap hebben wanneer dit bloeden is gestopt. Zelden komt het voor dat u een infectie overhoudt aan de behandeling.
Het is mogelijk dat u na de behandeling last krijgt van buikkrampen of nabloedingen in de eerste twee weken. U mag weer gemeenschap hebben wanneer dit bloeden is gestopt. Zelden komt het voor dat u een infectie overhoudt aan de behandeling.
