20 september 2017

‘Vaginale bevalling bij tweeling heeft voorkeur’

Simone Goossens

Een geplande natuurlijke baring is bij tweelingzwangerschappen de meest optimale manier van bevallen. Dat geldt voor vrouwen die tussen de 32 en 37 weken zwanger zijn en waarbij het eerste kind in hoofdligging ligt. Na die tijd is een geplande keizersnede voor de tweeling iets beter. Toch wordt dan vaak alsnog voor een natuurlijke bevalling gekozen. Dit blijkt uit promotieonderzoek van Simone Goossens, gynaecoloog in Máxima MC.

Een vrouw, die zwanger is van een tweeling, kan voornemen om natuurlijk (vaginaal) te bevallen of via een keizersnede. In het geval van een natuurlijke bevalling moet het eerste kind wel in hoofdligging – en niet in stuitligging – liggen. In Goossens’ onderzoek gaat het om welke voorgenomen manier van bevallen beter is. Als een vrouw natuurlijk wil bevallen maar alsnog een keizersnede ondergaat, wordt ze wel tot de groep met geplande natuurlijke bevallingen gerekend. In Nederland gebeurt het in slechts 19% van de gevallen dat een vrouw voorneemt om natuurlijk te bevallen, maar alsnog een keizersnede ondergaat. Dat blijkt uit Goossens’ onderzoek.

Verschillen
“We zagen dat er verschillen zijn in de zwangerschapsduur en de meest optimale manier van bevallen”, zegt Goossens over de uitkomsten van haar onderzoek. “Bij een zwangerschapsduur tussen de 32 en 37 weken leidt een geplande natuurlijke baring tot betere uitkomsten voor de tweeling. Zo is er bijvoorbeeld minder kans op sterfte, een NICU-opname, problemen ten gevolge van vroeggeboorte, infecties en bloedingen. Vanaf 37 weken zijn de uitkomsten voor de baby’s juist iets beter na een geplande keizersnede. Toch wordt ook dan vaak door de vrouw, in samenspraak met de gynaecoloog, voor een geplande natuurlijke bevalling gekozen. Dit omdat de verschillen in uitkomsten voor de tweeling klein zijn. Bovendien gaat een keizersnede gepaard met een groter risico op complicaties voor de moeder dan een natuurlijke bevalling. Ook is er na een keizersnede een groter risico op complicaties bij een volgende zwangerschap.” Volgens Goossens worden de verschillen na een zwangerschapsduur van 38 weken pas echt duidelijk. “Maar tegenwoordig zijn de meeste vrouwen al voor die tijd bevallen van hun tweeling. Zo niet, dan worden zij ingeleid.”

Buitenland
In het buitenland zijn de cijfers heel anders. “Daar wordt vaak gekozen voor een geplande keizersnede. In sommige landen gebeurt dat in 90% van de gevallen. Dat betekent dat een groot deel van de vrouwen in deze landen onnodige operatierisico’s ondergaat en meer kans heeft op problemen in een volgende zwangerschap. Al deze risico’s leiden niet tot betere uitkomsten voor de baby’s.”

Goossens heeft haar onderzoek in Maastricht UMC+ en Zuyderland MC verricht.