23 april 2018

Vijf vragen over het geheugen

Het geheugen is een schatkist vol herinneringen. Soms verschijnen er barstjes in de kist, en raken de herinneringen zoek. Je komt bijvoorbeeld niet meer op een naam of vindt de weg naar huis niet meer terug. Maar wanneer gaat het om een dementievorm, zoals de ziekte van Alzheimer? En (hoe) kun je dit voorkomen?

1. Waarom vergeten we zaken?

Uit ieder ‘gezond brein’ – waarbij geen sprake is van dementie – verdwijnt iedere dag informatie. Bij de één gebeurt dat vaker dan bij de ander. Dit komt onder meer doordat nieuwe herinneringen als het ware oude herinneringen wegdrukken. Dat is prima; het is tenslotte ook niet nuttig om alles te onthouden. Het brein maakt daarin zelf een selectie. Onder andere het concentratievermogen speelt daarbij een rol. Hoe meer aandacht we aan iets besteden, hoe beter we het (over het algemeen) onthouden. “Daarnaast is de context waarin we zaken meemaken van belang”, zegt klinisch neuropsycholoog Sonja Verstraeten. “Een gebeurtenis met een emotionele lading wordt doorgaans beter onthouden dan een meer neutrale ervaring.

2. Wat gebeurt er in de hersenen bij dementie?

“Dat verschilt per dementievorm”, legt neuroloog Yvonne Raaijmakers uit. “Er zijn meer dan vijftig dementievormen, ieder met eigen symptomen en oorzaken. Bij Alzheimer bijvoorbeeld vindt er een abnormale eiwitstapeling in de hersenen plaats. Waarom dat gebeurt, weten we niet. Feit is wel dat hierdoor de hersencellen afsterven. Doordat dit begint in het hersendeel wat belangrijk is voor het geheugen, leidt het tot geheugenverlies.” Heel anders is de oorzaak van vasculaire dementie. “Dit ontstaat door doorbloedingsstoornissen in de hersenen, met het verlies van hersenfuncties tot gevolg.

3. Waaraan kun je dementie herkennen?

De eerste symptomen verschillen per persoon en per dementievorm. “Over het algemeen zijn vergeetachtigheid en/of verstrooidheid de meest voorkomende eerste klachten”, zegt neuroloog Yvonne Raaijmakers. “Maar bij sommige dementiesoorten komen andere klachten kijken, zoals moeite hebben met overzicht houden, spraakproblemen of hallucinaties.” Vaak komen mensen bij de huisarts terecht wanneer geheugenklachten het dagelijks functioneren belemmeren. Klinisch neuropsycholoog Sonja Verstraeten: “Meestal merkt een familielid deze verandering op en maakt hij of zij zich zorgen. Mogelijk verwijst de huisarts de patiënt door naar MMC voor onderzoek binnen de geheugenpolikliniek. Op basis van de klachten wordt een keuze gemaakt voor het type geheugenonderzoek. Dit kan betrekking hebben op oriëntatie in tijd en ruimte, het geheugen en de planningsvaardigheden. Maar er kan bijvoorbeeld ook onderzoek naar gedragsveranderingen worden gedaan.”

4. Hoe kun je een partner of familielid met dementie het beste (onder)steunen?

Patiënten waarbij de diagnose in MMC is vastgesteld, worden doorverwezen naar de geheugenverpleegkundige. Het meenemen van een partner of familielid bij deze gesprekken wordt aangeraden. Kim Rijkelijkhuizen, geheugenverpleegkundige: “Ik neem ruim de tijd om nogmaals de diagnose te bespreken, eventuele vragen te beantwoorden en advies te geven over bijvoorbeeld leefregels. Maar ik bied ook een luisterend oor voor de partner. Ik merk regelmatig dat daar behoefte aan is.”

  • Leefregels
    Om een partner of familielid met dementie te ondersteunen, is het belangrijk om leefregels toe te passen, zoals een vaste dagindeling. “Leg bijvoorbeeld een agenda op een vaste plek neer waarin deze indeling beschreven staat”, tipt de geheugenverpleegkundige. “Als de partner vraagt wat jullie die dag gaan doen, kun je hem of haar al vanaf het beginstadium naar de agenda verwijzen. Hierdoor wordt deze handeling een routine en komt deze terecht in het procedureel geheugen, het geheugen voor procedures en vaardigheden. Dit geheugen wordt het minst snel aangetast.”
  • Geen (grote) veranderingen
    Daarnaast is het belangrijk geen grote veranderingen toe te passen, zoals een verhuizing of nieuwe inboedel. “Dit kan namelijk leiden tot snellere achteruitgang. Doordat een huis niet meer als thuis voelt, kan de patiënt gaan dwalen. Ook als het gaat om een heel kleine verandering. Zo kan een nieuwe afstandsbediening van de televisie, die er iets anders uitziet, ervoor zorgen dat de patiënt niet meer weet hoe de afstandsbediening werkt.”

5. Kun je geheugenproblemen voorkomen, bijvoorbeeld door middel van geheugenspelletjes?

“Nee, dat is een fabel”, zegt neuroloog Yvonne Raaijmakers. “Onderzoek heeft uitgewezen dat je dementie niet kunt voorkomen. Wel worden risicofactoren voor hart- en vaatziekten geassocieerd met dementie. Denk aan roken, een hoge bloeddruk of overgewicht. Het advies bij preventie van geheugenproblemen is dus om gezond te leven. Blijf fysiek en geestelijk in beweging. Dat laatste kun je bijvoorbeeld doen door een nieuwe taal te leren.”

De geheugenpolikliniek

Dementie is een verzamelnaam voor aandoeningen die gekenmerkt worden door veranderingen van het denkvermogen waaronder het geheugen, stemming en gedrag. Er zijn meer dan vijftig dementiesoorten, waarvan de ziekte van Alzheimer de bekendste is. Speciaal voor mensen met dementie of andere geheugenklachten heeft MMC een geheugenpolikliniek. Binnen het geheugencentrum MMC werken de neuroloog, neuropsycholoog, internist ouderengeneeskunde, geriater, psychiater, geheugenverpleegkundige en geriatrieverpleegkundige nauw samen. Afhankelijk van de aard van de klachten en de leeftijd bepaalt de huisarts of de patiënt voor onderzoek naar het specialisme neurologie of ouderengeneeskunde wordt verwezen. Daarnaast zorgt hij in overleg met MMC voor een zorgtrajectbegeleider. Hij of zij ondersteunt de patiënt en zijn of haar familie met diverse zorgvragen, zoals het vinden van de juiste dagbesteding.