Veelgestelde vragen – Samen zwanger

Heeft u na het zien van de interactieve video nog een vraag rondom uw zwangerschap of bevalling? Bekijk dan de veel gestelde vragenlijst hieronder met alle informatie rondom uw zwangerschap en bevallen in MMC.

Staat uw vraag er niet tussen? Stuur deze dan in voorafgaand via een DM aan het online vragenuur op Instagram. Onze zorgprofessionals proberen zoveel mogelijk vragen te beantwoorden.

Meer informatie

Interactieve video
Online vragenuur op Instagram

Praktische informatie

  • Wat neem ik mee naar het ziekenhuis als ik ga bevallen?

    Zorg dat u goed voorbereid bent en zet thuis een vluchtkoffer klaar, die u meeneemt zodra u gaat bevallen. In de vluchtkoffer stopt u de volgende benodigdheden:

    • Identiteitsbewijs (inclusief trouwboekje en bewijs van erkenning)
    • Toiletspullen voor u en uw partner
    • Kleertjes voor de baby (3 rompertjes en 3 pakjes)
    • Een fototoestel
    • Fijn zittende kleding, eventueel een pyjama of ochtendjas, sokken of sloffen
    • Een (borstvoedings-) beha
    • Een spelletje of iets anders om u te vermaken
    • Een 2 euromuntstuk voor een rolstoel
    • Het restaurant sluit in de avonduren, denk er aan iets lekkers te eten of snoepen mee te nemen.
    • Eigen muziek
    • Maxi-Cosi voor ontslag (Het is aan te raden om de Maxi-Cosi eerst thuis uit te proberen zodat u weet hoe deze in de auto te bevestigen en uw baby gemakkelijk mee naar huis kan.)
    • Verband, handdoeken/ washandjes zijn aanwezig.
  • Kan ik mijn spullen veilig opbergen op de kamer?

    U kunt uw meegebrachte spullen veilig opbergen in de locker op de kamer. Op elke kamer is een locker aanwezig. Het is aan te raden om zo min mogelijk waardevolle bezittingen mee te nemen. Telefoon, tablet en/of laptop kunnen in de locker opgeborgen worden.

  • Waar mag ik parkeren als ik naar MMC kom voor mijn bevalling?

    De auto parkeert u op de bezoekersparkeerplaats. Uw partner kan u afzetten bij de hoofdingang of naar de verloskamer brengen en daarna de auto parkeren op de bezoekersparkeerplaats. Let op dat u niet op de invalide parkeerplekken parkeert. Bij langdurig parkeren gelden speciale tarieven, dit kunt u navragen op de afdeling.

  • Welke route volg ik als ik naar het ziekenhuis kom voor mijn (poliklinische) bevalling?

    Wanneer u naar het ziekenhuis komt om te bevallen volgt u route 105. U mag zich melden bij de balie op de kraamsuites, hier wordt u verder geholpen. Uw verloskundige heeft het ziekenhuis al gebeld en u wordt verwacht. Tijdens uw opname/bevalling mag u gebruik maken van alle faciliteiten en zorg van onze afdeling.

  • Is er Wifi beschikbaar in het ziekenhuis?

    Ja, gratis Wifi is toegankelijk via ‘MMC gast’. Er is ook een televisie aanwezig op de kamer.

  • Wat zijn de bezoektijden in het ziekenhuis?

    Momenteel geldt er een aangepast bezoekersbeleid in verband met het coronavirus. Bekijk voor het huidige bezoekersbeleid, de actuele informatie rondom het coronavirus.

     

  • Zijn er beschuit met muisjes (en boter) aanwezig op de afdeling?

    Na de bevalling smeren wij graag beschuit met muisjes voor u. Als u het bezoek graag wilt trakteren, bent u vrij zelf beschuit en muisjes mee te nemen. Bestek en borden mag u van het ziekenhuis gebruiken.

  • Mag ik gebruikmaken van een rolstoel?

    Ja, bij de ingangen staan beschikbare rolstoelen. Hiervoor hebt u een €2, – munt nodig. Mocht u deze niet hebben, dan kunt u ook een munt bij de portier krijgen.

  • Kan ik mijn dossier inzien?

    Via het online patiëntenportaal MijnMMC kunt u gemakkelijk uw medische gegevens, bekend bij Máxima MC inzien. .

     

Zwangerschap

  • Hoe werken de verloskundige praktijken en MMC samen?

    Máxima MC werkt nauw samen met de verloskundige praktijken uit de regio. Zo wordt er gezamenlijk overlegd en worden gezamenlijke scholingen en trainingen gevolgd. Bij deze trainingen worden bevallingen nagebootst en de samenwerking en communicatie nog verder verbeterd. Deze samenwerking zorgt voor een goede overloop van de verloskundige praktijken (1e lijn) naar het ziekenhuis (2e lijn) en andersom.

  • Wat is het verschil tussen eerstelijns en tweedelijns bevalling?

    Wanneer u met uw eigen verloskundige uit de verloskundige praktijk thuis of in het ziekenhuis bevalt, heet dit een eerstelijns bevalling. Wanneer er een medische indicatie is en u in het ziekenhuis bevalt onder verantwoordelijkheid van de gynaecoloog, heet dit een tweedelijns bevalling. De tweedelijns bevallingen worden door een verloskundige of arts van het ziekenhuis begeleid. Tijdens een tweedelijns bevalling wordt de hartslag van de baby continue in de gaten gehouden door een hartfilmpje (CTG).

    Wanneer u met de verloskundige plant te bevallen, maar er een medische reden ontstaat om onder verantwoordelijkheid van de gynaecoloog te bevallen, wordt de zorg overgedragen van de 1e naar de 2e lijn. En andersom; wanneer u in de 2e lijn bevalt, wordt de zorg na de bevalling overgedragen aan de verloskundige van de 1e lijn (uit de verloskundige praktijk).

    Deze samenwerking is dus van groot belang. Tijdens een wekelijks overleg worden alle zwangeren besproken door de gynaecoloog, verloskundigen en arts-assistenten om tot een gezamenlijk plan te komen. Met als doel de best mogelijke zorg te bieden voor iedere zwangere en hun partner.

  • Waneer kies ik ervoor om aspirine te gebruiken in de zwangerschap?

Voorbereiding bevalling in het ziekenhuis

  • Ik heb wensen voor mijn bevalling, mag ik deze kenbaar maken?

    Ja, dat mag zeker. Tijdens het spreekuur met uw verloskundige of gynaecoloog worden uw wensen besproken en naar de mogelijkheden gekeken. Uw wensen komen in het geboorteplan te staan. Alles is bespreekbaar, maar houd er rekening mee dat een bevalling vooraf niet te plannen is.

  • Is er een baarkruk of skippybal aanwezig in de kraamsuite?

    Ja, baarkrukken en skippyballen zijn aanwezig op de afdeling.

  • Wat neem ik mee om mijn pasgeboren baby te voeden na de bevalling?

    Dit hangt ervan af of u van plan bent om fles- of borstvoeding te gaan geven.

    Bent u van plan borstvoeding te geven? Kijk dan voor meer informatie bij borstvoeding.

    Om uw pasgeboren baby flesvoeding te kunnen geven na de bevalling kunt u zaken als babyvoeding en een flesje meenemen. U bent vrij om eigen babyvoeding mee te nemen. Het ziekenhuis beschikt ook over babyvoeding en gebruikt Nutrilon. Neemt u een eigen flesje mee? Dan raden wij aan een flesje mee te nemen dat u vaker gaat gebruiken, uw baby went snel aan de vorm van de speen.

     

  • Moet ik een speen meebrengen?

    Wanneer u flesvoeding geeft is een speen aan te raden. Bij borstvoeding is een speen niet wenselijk. De baby mist bij een speen voedingssignalen en er kan tepel/speen-verwarring ontstaan.

  • Kan ik eten in het ziekenhuis en mag mijn partner mee eten?

    Voor de zwangere is het eten gratis. Volgt u een dieet? Geef dit dan door aan onze zorgassistentes. Uw partner kan bij de winkel op de begane grond een maaltijdvoucher halen. U mag ook zelf eten meenemen, mits dit goed verpakt is. Er is een magnetron aanwezig om het eten eventueel in op te warmen. Frisdrank, zuivel, koffie en thee is gratis voor het gezin. Voor familie en ander bezoek is koffie en thee gratis.

  • Mag mijn partner blijven slapen?

    Ja, er mag altijd één persoon blijven slapen. Er is op iedere kamer een bedbank aanwezig. U hoeft zelf geen linnengoed mee te nemen, hier wordt voor gezorgd.

Bevalling

  • Welke zorgverleners zijn er bij de bevalling wanneer ik thuis beval?

    Wanneer u thuis bevalt, is uw eigen verloskundige en een kraamverzorgende aanwezig. Soms is er ook een verloskundige in opleiding aanwezig. Dit wordt altijd met u besproken.

  • Welke zorgverleners zijn er bij de bevalling wanneer ik in MMC beval?

    U kunt in het ziekenhuis bevallen in de 1e lijn of in de 2e lijn:

    • Een eerstelijns bevalling in het ziekenhuis wordt ook wel een ‘verplaatste thuisbevalling’ of ‘poliklinische bevalling’ genoemd. In dit geval begeleid uw eigen verloskundige de bevalling. Naast uw eigen verloskundige is dan ook een kraamverzorgende of verpleegkundige aanwezig bij de bevalling.
    • U kan ook in het ziekenhuis bevallen onder verantwoordelijkheid van de gynaecoloog (2e lijn of klinische bevalling). De tweedelijns bevallingen worden door een verloskundige of arts van het ziekenhuis samen met een verpleegkundige begeleid.
    • Soms zijn er ook studenten aanwezig bij de bevalling. Dit wordt altijd met u besproken.
  • Als ik in het ziekenhuis beval, ben ik dan altijd onder begeleiding van de gynaecoloog?

    Nee, als u zonder medische indicatie in het ziekenhuis bevalt (poliklinische bevalling) bent u onder begeleiding van uw eigen verloskundige en de verpleegkundige van het ziekenhuis.

    Bij een medische indicatie (tweedelijns bevalling) bevalt u onder verantwoordelijkheid van een gynaecoloog. De klinisch verloskundige (verloskundige van het ziekenhuis) of arts-assistent ( een arts die zich verder specialiseert tot gynaecoloog) en verpleegkundige begeleiden de bevalling. Dit noemen we een klinische of tweedelijns bevalling.

  • Beval ik in de kamer/kraamsuite?

    Ja, hier wordt u opgenomen en blijft u tot na de bevalling.

  • Wie mag er bij de bevalling aanwezig zijn?

    Uw (bevallings-)partner mag uiteraard bij uw bevalling aanwezig zijn. Deze mag ook op de kraamsuite blijven slapen. U mag ook nog iemand anders bij uw bevalling vragen, zoals uw moeder of een vriendin. Als u geen partner heeft, is het natuurlijk ook mogelijk dat iemand anders bij u blijft en op de kraamsuite blijft slapen. Na de bevalling mag u bezoek ontvangen. Wij verzoeken voor eventuele wijzingen ten aanzien van het bezoekbeleid ten gevolge van corona in de gaten te houden.

  • Kan ik kiezen voor een badbevalling in MMC?

    Ja, dat kan zolang uw conditie en die van uw baby dit toelaat. MMC heeft een speciaal bad voor bevallingen. Ook zijn er verschillende opblaasbare baden ter beschikking. Wanneer u belt omdat u weeën heeft, is het goed om door te geven dat u graag in bad wilt bevallen. De verpleegkundige kan dan rekening houden met de indeling van de kamers.

    Voor het gebruik van een opblaasbaar bad brengen wij €100 in rekening.

    Hier leest u meer informatie over bevallen in bad.

  • Kan ik mijn eigen bad meenemen als ik in MMC beval?

    Een bevalbad moet aan speciale eisen voldoen. Overleg eerst met de kraamsuites of uw eigen bad voldoet aan de eisen voor bevallen in bad.

  • Mag mijn partner bij mij in bad bij een badbevalling?

    Ja, dat mag. Als uw partner graag bij u in bad gaat zitten, vragen wij de partner om badkleding te dragen.

  • Wanneer is mijn bevalling begonnen?

    De bevalling is begonnen als u regelmatige weeën hebt en er verandering is in de baarmoedermond/ontsluiting. Dit kan onderzocht worden door inwendig onderzoek, ook wel toucheren genoemd.

  • Mijn vliezen zijn gebroken. Is mijn bevalling nu begonnen?

    Bij één op de tien vrouwen (10%) start de bevalling met het breken van de vliezen. Dit kan met of zonder weeën voorkomen. Doorgaans is vruchtwater kleurloos/helder.

    Na het breken van de vliezen komt uw bevalling meestal binnen 24 uur spontaan op gang. Gebeurt dat niet binnen 24 uur, dan is er een medische indicatie vanwege een iets toegenomen risico op infectie. Als het vruchtwater groen of bruin van kleur is, heeft uw baby in het vruchtwater gepoept. Dit is een reden om in het ziekenhuis te bevallen en de baby door middel van een hartfilmpje (Cardio-Toco-Gram ‘CTG’) tijdens de bevalling te bewaken.

  • Ik ben mijn slijmprop verloren. Is mijn bevalling nu begonnen?

    Bij het verliezen van de slijmprop is de bevalling nog niet begonnen. Dit is een normaal verschijnsel dat vanaf 37 weken zwangerschap voorkomt. De baarmoedermond bereidt zich voor op de bevalling. Tussen het verliezen van de slijmprop en de bevalling kan nog veel tijd zitten. Soms kunt u de slijmprop ook tijdens de bevalling verliezen.

  • Hoe weet ik of het hoofdje van mijn baby voldoende is ingedaald?

    De verloskundige of arts geeft tijdens de controles aan of het hoofdje wel of niet is ingedaald. Als het hoofdje helemaal niet is ingedaald en uw vliezen breken, bel dan direct de verloskundige of het ziekenhuis. Wie u moet bellen wordt vooraf besproken tijdens het spreekuur.

  • Wat moet ik doen als ik niet zeker weet of de bevalling is begonnen?

    Als u niet zeker weet of uw bevalling is begonnen kunt u een warme douche nemen. Als de weeën vaker en regelmatige komen en de sterkte toeneemt, is de kans groot dat de bevalling begonnen is.

  • Hoe groot is de kans dat ik op de uitgerekende datum beval?

    De kans dat u op de uitgerekende datum bevalt, is erg klein. Maar 4% van de vrouwen bevalt in week 40 van de zwangerschap, precies op de uitgerekende datum. 53% bevalt voor de 40e week en 43% bevalt na 40 weken.

  • Welke soorten weeën zijn er?

    Er zijn verschillende soorten weeën; voorweeën, ontsluitingsweeën en persweeën.

  • Hoe ga ik om met weeën?

    Iedereen gaat anders om met de pijn. De hormonen (oxytocine, adrenaline, endorfine) die u zelf aanmaakt zorgen ervoor dat u de weeën op kunt vangen. Wees positief en probeer te ontspannen. Als u ontspannen bent, heeft u lichaam minder stress waardoor er meer hormonen vrijkomen, er meer weeën komen en u gelukshormoon (endorfine) aanmaakt.

    Ademhalingsoefeningen en verschillende houdingen kunnen geprobeerd worden om de weeën goed op te vangen. Dat is voor iedereen anders, afhankelijk van waar u de pijn voelt.

    Informeer naar cursussen voor ademhalingsoefeningen bij uw verloskundige.

    We streven naar continue begeleiding, zodra uw bevalling is begonnen. Laat u informeren door de verloskundige of hulpverleners op de kraamsuites en vertrouw op uw lichaam.

    U kunt er ook voor kiezen om de weeën op te vangen door middel van TENS. Deze afkorting staat voor Transcutane Elektrische Neuro Stimulatie. De TENS is een apparaat dat schokjes geeft door middel van elektrodes op het lichaam. Deze schokjes kunnen helpen om tijdens de bevalling de weeën op te vangen. Dit apparaat dient u zelf te huren. Informeer hiernaar bij uw verloskundige. Er zijn verschillende aanbieders online te vinden.

  • Waarom krijg ik voorweeën?

    Voorweeën zijn ter voorbereiding op de bevalling. De baby daalt dan in en de baarmoedermond wordt rijp gemaakt voor de bevalling. Soms kunt u harde buiken krijgen als reactie op activiteit of bij een volle blaas. Dit zijn geen weeën.

  • Hoe voelen voorweeën en hoe ga ik hiermee om?

    Voorweeën zijn onregelmatig en van korte duur. Ze zijn niet zo sterk en krachtig en voelen menstruatie-achtig. Warmte en ontspanning helpen bij voorweeën. Neem een warme douche, een kruik of, wanneer uw vliezen nog niet gebroken zijn, een warm bad of probeer te ontspannen door even te gaan liggen.

  • Hoe voelen ontsluitingsweeën?

    Ontsluitingsweeën nemen toe in sterkte en frequentie, tot het hoogtepunt bereikt is. Deze houden 50-60 seconden aan en komen elke 3 á 4 minuten. Ze zijn te voelen in de buik, rug of benen. U kunt misselijk worden van weeën en soms komt braken ook voor.

    Deze weeën ontstaan tijdens ontsluiting en worden opgevolgd door persweeën, die zorgen voor de uitdrijving van uw baby.

  • Wanneer mag ik bellen?

    Bij twijfel, vragen of ongerustheid kunt u altijd bellen met uw eigen verloskundige. Als u onder controle bent in het ziekenhuis belt u naar de kraamsuites (040) 888 95 51.

    Voelt u minder leven, heeft u regelmatig weeën of helderrood bloedverlies? Neem dan direct contact op. Bekijk ook onze checklist met richtlijnen wanneer u contact op kunt nemen.

  • Hoe kan mijn partner ondersteunen/helpen?

    Uw partner kan u gedurende de bevalling positief ondersteunen. De partner kan ondersteunen door te helpen met ademhaling, houdingen en massages geven. Uw partner kan helpen door geïnformeerd te blijven en samen te zorgen voor realistische verwachtingen. Uw partner kan ook de verloskundige of het ziekenhuis bellen wanneer dat nodig is.

  • Hoe verloopt een bevalling/de geboorte?

    In deze video krijgt u duidelijke uitleg over het verloop van de bevalling en geboorte.

    Goed om te weten:

    • De uitdrijving van uw eerste kind duurt gemiddeld een uur
    • De uitdrijving van uw volgende kind(eren) duurt gemiddeld 15 minuten
  • Ik heb medische redenen om in het ziekenhuis te bevallen. Wat gebeurt er als mijn bevalling is begonnen?

    Wanneer u bevalt met een medische redenen ook wel medische indicatie genoemd, belt u naar de kraamsuites wanneer u denkt dat de bevalling is begonnen. Zodra u aankomt op de kraamsuites, wordt u opgenomen op een kraamsuite door de verpleegkundige. De verloskundige van het ziekenhuis (klinisch verloskundige) beoordeelt hoe ver de bevalling gevorderd is. De verpleegkundige en de verloskundige overleggen met de gynaecoloog. We streven ernaar dat u zoveel mogelijk dezelfde zorgverleners ziet tijdens uw bevalling.

    Vaak wordt er een infuus geprikt om medicijnen toe te dienen (indien noodzakelijk).

    Bij een bevalling met medische indicatie (2e lijn) wordt uw baby gemonitord. Dit gebeurt door middel van een continu hartfilmpje (Cardio-Toco-Gram, CTG), hiermee worden de weeën en de hartslag van uw baby geregistreerd. Dit gebeurt door middel van een knop op uw buik, of indien de vliezen gebroken zijn, met een draadje op het hoofdje van uw baby (schedelelektrode).

     

    Het CTG werkt vaak draadloos. U kunt er mee rondlopen, in de douche of in bad. Het CTG wordt afgebeeld op de centrale artsen/verpleegkamers zodat uw baby nauwlettend in de gaten gehouden kan worden, ook wanneer er geen zorgverleners aanwezig zijn op de kamer.

  • Waar meld ik me bij een geplande bevalling (keizersnede/inleiding)?

    Een geplande bevalling wordt op de poli (tijdens het spreekuur) geregeld. U krijgt tijdens de poli afspraak te horen waar u zich moet melden op de dag van de inleiding.

    • Voor een inleiding is dat op route nummer 105, kraamsuites.
    • Indien u een geplande keizersnede ondergaat, meldt u zich op de dag van opname op route 116, Obstetric High Care (OHC).
  • Wanneer wordt er besloten of ik ingeleid wordt?

    In goed overleg kan besloten worden tot inleiding van de bevalling. Veel voorkomende redenen voor inleiding zijn:

    • Serotiniteit: een zwangerschap van 42 weken of meer.
    • Nadere serotiniteit: een zwangerschap tussen 41 en 42 weken.
    • Langdurig gebroken vliezen (meer dan 24 uur).
    • Als de baby niet meer goed groeit gedurende de zwangerschap.
    • Hoge bloeddruk van de moeder.
  • Hoe verloopt een inleiding?

    Het inleiden van een bevalling is het kunstmatig op gang brengen van weeën. U kiest hier samen met de gynaecoloog of verloskundige voor wanneer het beter is om de baby eerder geboren te laten worden in plaats van een spontane bevalling af te wachten.

    Wanneer de baarmoedermond rijp is (daarmee bedoelen we week, verkort en de aanwezigheid van ontsluiting), worden de vliezen gebroken en krijgt u indien nodig een weeën-stimulerend infuus (oxytocine). Als het lichaam gedurende de bevalling de weeën zelf overneemt kunnen de weeënopwekkers worden gestopt. We streven naar een bevalling binnen 24 uur na het breken van de vliezen bij een inleiding.

    Als de baarmoedermond nog niet rijp genoeg is om de vliezen te breken moet deze eerst rijpgemaakt worden met een ballonkatheter (foley) of prostaglandinetabletten, dit kan een aantal dagen duren. Hiervoor wordt u opgenomen in het ziekenhuis.

  • Wat gebeurt er met het inbrengen van de ballonkatheter?

    Meestal plannen we de ballonkatheter (foley) inleidingen in de middag. Het tijdstip en de datum wordt in overleg met de gynaecoloog gepland. Na opname wordt een hartfilmpje (CTG) van de baby gemaakt.

    De verloskundige of arts verricht inwendig onderzoek. Indien de baarmoedermond nog onrijp (dus nog gesloten, geen ontsluiting en stug) is, wordt een dun rubber slangetje (foley katheter) in de baarmoedermond ingebracht. Na plaatsing wordt aan het uiteinde van dit slangetje, aan de kant van de baarmoedermond, een ballonnetje met een doorsnede van ongeveer 3 cm gevuld met water. Doordat dit ballonnetje druk uitoefent, verandert de baarmoedermond; deze wordt rijp.

    De dag na het plaatsen van het ballontje wordt door middel van inwendig onderzoek gevoeld of het ballonnetje nog in de baarmoedermond zit. Is dit het geval dan krijgt u een medicijn waardoor de baarmoedermond nog verder rijpt. Indien de baarmoedermond rijp is (er wat ontsluiting is en deze ‘week’ en verkort aanvoelt), kunnen de vliezen worden gebroken en eventueel een weeën opwekkend infuus gestart worden.

    Vanaf het moment dat het ballonnetje wordt ingebracht totdat u bent bevallen blijft u opgenomen in het ziekenhuis. Het kan soms enkele dagen duren. De partner mag aanwezig zijn gedurende het verblijf en deze mag ook blijven slapen.

  • Wanneer is een vacuümbevalling nodig en wordt de vacuümpomp gebruikt?

    De bevalling kan soms anders lopen. Bijvoorbeeld als de uitdrijving (de persfase) niet voldoende vordert of wanneer er tekenen van stress bij de baby zijn tijdens het laatste gedeelte van de bevalling. De arts kan besluiten om over te gaan tot vacuümbevalling. Hierbij wordt een vacuümpomp gebruikt, ook wel zuignap genoemd.

    Een vacuümbevalling is alleen mogelijk wanneer er volledige ontsluiting is en het breedste gedeelte van het hoofdje door het smalste gedeelte van het geboortekanaal (bekken) is.

    Bij een vacuümbevalling is er ook een kinderarts aanwezig op de kamer om uw baby indien nodig te helpen na de geboorte.

    In MMC is het risico op een vacuümbevalling een stuk lager dan in andere ziekenhuizen in Nederland. Van alle 100 vrouwen die in ons ziekenhuis bevallen met een medische indicatie, bevallen uiteindelijk 7 vrouwen per vacuüm bevalling.

  • Wanneer wordt er een keizersnede verricht tijdens de bevalling?

    Zowel tijdens de zwangerschap als tijdens de bevalling kan samen met de gynaecoloog besloten worden om een keizersnede uit te voeren. Redenen die al in de zwangerschap bekend kunnen zijn, zijn bijvoorbeeld wanneer u in het verleden per keizersnede bent bevallen, als de moederkoek voor de baarmoedermond (placenta praevia) ligt, of als de baby niet in de juiste positie (stuitligging) ligt.

    Een keizersnede tijdens de bevalling wordt verricht bij onvoldoende vordering van de baring of nood bij de baby. Wanneer de gynaecoloog denkt dat een keizersnede nodig is, wordt dat altijd met u en uw partner besproken. Vrijwel altijd kan de keizersnede met een ruggenprik plaatsvinden en bent u dus wakker op het moment dat de baby geboren wordt. Uw (bevallings-)partner mag mee naar de operatiekamer.

    Bij MMC hanteren we een ‘natural caesarean’. Dit betekent dat moeder en kind zoveel mogelijk bij elkaar blijven. De partner mag mee naar de operatiekamer en zowel partner als aanstaande moeder kan meekijken door een doorzichtig luik. Foto’s maken is ook mogelijk. Dit wordt voor u door één van de verpleegkundigen van de operatiekamer gedaan.

    Voordat u naar de operatiekamer gaat, krijgt u een paarse band aan. Dit wordt ook wel een bonding-top genoemd. Deze band wordt bij u omgedaan zodat u na de geboorte, terwijl de gynaecoloog nog aan het hechten is, samen met uw baby kunt buidelen en de baby warm bij tegen u aan ligt.

    Na een keizersnede kunt u gemiddeld binnen 3 dagen naar huis. De operatiedag telt dan mee.

  • Wanneer wordt de placenta geboren?

    De placenta (ook wel moederkoek genoemd) laat na de bevalling vanzelf los. Dit gebeurt ongeveer 10 minuten na de bevalling. Als de placenta na meer dan een half uur niet vanzelf loskomt wordt deze op de operatiekamer verwijderd. Dit komt maar heel zelden voor. Bij een keizersnede wordt de placenta verwijderd na de geboorte van uw baby.

  • Wanneer moet ik gehecht worden?

    Hechtingen zijn nodig als u tijdens de bevalling gescheurd of geknipt bent. Er worden oplosbare hechtingen gebruikt.

  • Wanneer word ik geknipt? (bij bevallen)

    Wanneer de verloskundige of arts inschat dat de baby snel geboren moet worden kan het nodig zijn om de bevalling te versnellen door het zetten van een knip. Soms wordt er een knip gezet wanneer de verloskundige of arts inschat dat de beschadigingen aan vagina of anus zonder knip te groot zouden zijn. Bij een vacuümbevalling wordt er om die reden vrijwel altijd een knip gezet. Een knip wordt gezet nadat de huid is verdoofd.
    Een knip wordt ook wel episiotomie genoemd.

Pijnbestrijding

  • Welke mogelijkheden voor pijnstilling zijn er?

    In MMC zijn verschillende methodes voor pijnstilling mogelijk. De anesthesioloog kan u een ruggenprik (epiduraal) geven. Alternatieven zijn bijvoorbeeld de TENS (een apparaat dat schokjes geeft) en remifentanil (een verdovend middel dat via een infuus wordt gegeven).

     

  • Wanneer krijg ik een ruggenprik (epiduraal)?

    Een ruggenprik kunt u 24 uur per dag, 7 dagen in de week krijgen. Meestal komt u hiervoor in aanmerking wanneer uw bevalling begonnen is en u zo’n 2-8 cm ontsluiting heeft. Dit gaat in overleg met uw verloskundige en gynaecoloog. Zij nemen contact op met de afdeling anesthesiologie. De ruggenprik wordt zo snel mogelijk gezet, hoe snel dit kan hangt af van de drukte op de operatiekamer.

    Soms spelen er gezondheidsredenen mee waardoor u het advies krijgt een ruggenprik te kiezen voor uw bevalling. Dit bespreekt uw gynaecoloog voortijdig met u.

  • Zijn er ook situaties waarbij een ruggenprik (epiduraal) niet mogelijk is?

    Er kunnen gezondheidsredenen zijn waardoor u geen ruggenprik kunt krijgen. Bijvoorbeeld wanneer u last heeft van uitgebreide huidontstekingen op de rug, neurologische- of stollingsproblemen heeft of bij allergieën voor medicatie die bij de ruggenprik gebruikt worden.

  • Welke voorbereidingen zijn er nodig voor de ruggenprik (epiduraal)?

    Om de ruggenprik veilig te kunnen geven krijgt u vóórdat de ruggenprik gegeven wordt een infuus. Ook wordt uw bloeddruk, hartslag en zuurstofgehalte tijdens de procedure met regelmaat gemeten, evenals de hartslag van uw baby en de weeën activiteit.

    Na de ruggenprik krijgt u een blaaskatheter, omdat u door de verdoving minder goed kunt uitplassen.

  • Hoe gaat het zetten van een ruggenprik (epiduraal) in zijn werk?

    Bij het zetten van een ruggenprik wordt een katheter (dun buisje) vlak naast uw ruggenmerg geplaatst. Via deze katheter stroomt er continu medicatie langs de zenuwen die uit uw ruggenmerg naar uw rug en onderbuik gaan. Hierdoor worden deze zenuwen verdoofd en zal u geen pijn meer voelen in het gebied waaruit deze zenuwen hun signalen krijgen.

    De medicatie gaat pas werken nadat de epiduraal katheter in de juiste positie zit en de eerste dosis met medicatie is gegeven.

  • Welke houding neem ik aan tijdens het zetten van de ruggenprik (epiduraal)?

    Uw houding tijdens het plaatsen van de ruggenprik is belangrijk omdat u bij een goede houding meer ruimte creëert tussen de ruggenwervels. Hierdoor is het makkelijker de dunne epiduraal katheter op de juiste positie te krijgen.

    We vragen u te gaan zitten met uw benen aan één zijde van het bed, steunend op een krukje. Daarna is het belangrijk zo ontspannen mogelijk te zitten. Dit bereikt u door onderuit gezakt te gaan zitten, uw schouders te laten hangen en uw kin naar uw borst te buigen. Tijdens de procedure krijgt u deze uitleg ook en wordt u hier doorheen geholpen. Af en toe zal er een wee tussendoor komen. Daar kunnen wij prima op anticiperen.

    Als de epiduraal katheter op de goede positie zit plakken we hem goed vast. U kunt daarna gewoon op uw rug liggen.

  • Na hoeveel tijd werkt de ruggenprik (epiduraal)?

    Vanaf dat de opstartdosis met medicatie is gegeven, merkt u binnen 5 minuten verlichting van de pijn. Het maximaal effect van de epiduraal is te verwachten na 15 tot 20 minuten.

  • Neemt de ruggenprik (epiduraal) alle pijn weg? Voel ik helemaal niks meer na een ruggenprik?

    Als de ruggenprik goed werkt, heeft u een verdoofd gebied van navel tot aan uw benen. Soms merkt u de verdoving ook op in uw benen en/of voeten. Het drukkende gevoel tijdens de weeën kan de ruggenprik meestal niet (volledig) wegnemen.

  • Wanneer werkt de ruggenprik (epiduraal) niet?

    Soms lukt het niet om de epiduraal katheter op de juiste positie te krijgen. Hierdoor kan het zijn dat de ruggenprik helemaal niet werkt, of onvolledig, of halfzijdig. Vaak kan dit nog opgelost worden door een extra dosis medicatie te geven via de katheter, de katheter te herplaatsen of opnieuw te plaatsen. Als dit ook niet werkt kunt u als alternatief bijvoorbeeld voor remifentanil (een verdovend middel dat via een infuus ingebracht wordt) kiezen.

     

  • Welke nadelen/bijwerkingen/complicaties heeft een ruggenprik (epiduraal)?

    Nadat de verdoving van de ruggenprik gaat werken kan uw bloeddruk lager worden. Uw bloeddruk wordt regelmatig gecontroleerd na het plaatsen van de ruggenprik en wanneer uw bloeddruk te laag wordt, krijgt u als dit nodig is medicatie. In dezelfde periode wordt ook gecontroleerd of de verdoving van de ruggenprik niet te veel uitbreidt.

    Verder kunt u jeuk krijgen van de pijnstillende medicatie, achteraf een typische houdingsafhankelijke hoofdpijn krijgen en kunt u koorts ontwikkelen. Breng uw verloskundige en/of gynaecoloog hiervan op de hoogte. Als het nodig is nemen zij contact op met de anesthesioloog.

    Heel zelden kan door de ruggenprik een bloeding of infectie in de rug ontstaan, of een zenuw beschadigd raken. Neem daarom altijd contact op met uw verloskundige of gynaecoloog wanneer u klachten van benen en/of rug krijgt. Zij overleggen dan met de dienstdoende anesthesioloog.

  • Wanneer gaat de ruggenprik (epiduraal) eruit?

    De epiduraal katheter blijft zitten tot na uw bevalling. Na de bevalling wordt de epiduraal katheter verwijderd. Dit gaat eenvoudig. De blaaskatheter wordt 2 uur na de bevalling verwijderd, evenals het infuus. Nadat de verdoving is uitgewerkt, wordt ter controle gevraagd of u ook weer zelf kunt plassen. Als het met u en uw baby goed gaat, mogen jullie dezelfde dag nog naar huis.

Periode na de geboorte

  • Wat gebeurt er na de geboorte?

    Na de bevalling wordt de baby op de buik van moeder gelegd. De navelstreng wordt, nadat deze is uitgeklopt, doorgeknipt door de partner. Dit wordt afnavelen genoemd. De moederkoek wordt binnen ongeveer 10 minuten geboren.

    Het eerste uur na de bevalling blijft de baby op de borst van moeder liggen en is er continu huid op huid contact. (Dit is nadien ook mogelijk voor de partner). Dit noemen we het heilige uur, ook wel sacred hour.

    Na de bevalling spreken de zorgverleners samen met u de bevalling kort door. Dit noemen we debriefen. De verpleegkundige en de verloskundige of arts zorgen in deze periode voor de noodzakelijke verzorging van zowel moeder als kind.

    In de periode na de geboorte is het gezin zoveel mogelijk bij elkaar: het gezin staat centraal.

    Ouders en kind worden niet gescheiden tijdens het verblijf op de kraamsuites. Zo kunt u als gezin aan elkaar wennen. De partner is aanwezig op de kraamsuite en gedurende het verblijf mag de partner ook blijven slapen (dit is ook mogelijk bij een inleiding van de bevalling).

    Op de zuigelingenafdeling mogen ouders 24 uur per dag bij de baby zijn en er mag één ouder blijven slapen.

  • Waarom is het sacred hour belangrijk?

    Het eerste uur na de bevalling laten we de baby en de moeder bij elkaar zijn, met huid op huid contact. (dit is nadien ook mogelijk voor de partner). Dit noemen we het sacred hour. Dit is een belangrijk uur voor de hechting tussen moeder en kind. Huid op huid contact stimuleert temperatuurregulatie, hartslag, ademhaling en stabiliseert de bloeddruk van de baby. Uw baby huilt minder en de kans op een langere borstvoedingsperiode wordt hiermee vergroot.

  • Wanneer wordt mijn baby voor het eerst gevoed?

    Uw pasgeboren baby wordt ongeveer een uur na de bevalling voor het eerst gevoed. Dan begint uw baby te zoeken naar de tepel en is het tijd voor voeding. Dit kan borst- of flesvoeding zijn. Verwijzing borstvoeding- extra check lactatiekundige.

     

  • Wanneer komt er een kinderarts bij de bevalling?

    Een kinderarts komt helpen bij een bevalling als er bij uw baby:

    • een verhoogd risico is op een moeilijke start, waarbij de kinderarts moet helpen. Zoals poepen in het vruchtwater, een kunstverlossing of een afwijkend CTG (hartmonitor, die controleert of baby in nood is).
    • een verhoogd risico is op gezondheidsproblemen in de eerste levensdagen (bijvoorbeeld bij verdenking op een infectie).
    • een verhoogd risico is op aangeboren afwijkingen (zoals afwijkingen op echo of medicijnengebruik van moeder).

    De kinderarts maakt direct na de geboorte een korte inschatting over de conditie van uw baby. Als uw baby direct na de geboorte het goed doet, wordt hij/zij eerst bij moeder gelegd. Later wordt uw baby uitgebreid nagekeken door de kinderarts. Dit contact met de kinderarts kan eenmalig zijn, soms is een langere observatie van uw baby nodig. Het uitgangspunt hierbij is dat de baby bij de ouders op de kraamsuites verblijft. Soms is dit door de medische situatie niet mogelijk en wordt uw baby opgenomen op de zuigelingenafdeling. Mocht in het zeer zeldzame geval uw baby serieuze problemen met de ademhaling of de bloedsomloop hebben, dan is opname op de NICU (Neonatale Intensive Care Unit) noodzakelijk. Deze is in het MMC ook aanwezig.

  • Welke controles worden bij mijn baby gedaan na de geboorte?

    Na het sacred hour wordt uw baby onderzocht door een verloskundige, arts-assistent of kinderarts. Dit onderzoek gebeurt om te kijken of er zichtbare afwijkingen zijn.

    Direct na de geboorte wordt de Apgar-score bepaald. Daarnaast wordt het gewicht gemeten en meten we regelmatig de temperatuur, omdat een baby soms moeite heeft om zichzelf goed op temperatuur te houden. Dit kunnen we dan oplossen bijvoorbeeld warme kruiken te gebruiken. Bij baby’s met een hoog of laag geboortegewicht wordt enkele malen het bloedsuikergehalte bepaald via een kleine bloedprik.

    Voordat u naar huis gaat meten we het zuurstofgehalte van uw baby door middel van rood licht. Dit is een goede manier om een eventuele hartafwijking op te sporen.

  • Waarom krijgt mijn baby een Apgar-score?

    Uw baby krijgt direct na de geboorte een Apgar-score om te kijken of de overgang van het leven in de baarmoeder naar het leven buiten de baarmoeder goed verloopt. De score geeft weer of deze overgang goed verlopen is. Uw baby krijgt een score na 1 minuut, 5 minuten en na 10 minuten. Bij de Apgar score wordt gelet op de ademhaling, de kleur, de spierspanning en de hartslag van de baby. Wanneer de baby huilend en roze ter wereld komt, heeft de baby een goede Apgar score.

  • Wanneer wordt mijn baby opgenomen op de zuigenlingenafdeling?

    Uw baby kan om de volgende redenen worden opgenomen op de zuigelingenafdeling:

    • Uw baby is te vroeg of veel te klein geboren waarvoor monitoring van hartslag en ademhaling en/of behandeling nodig is.
    • de start was moeizaam of de conditie van uw baby is niet helemaal goed waarvoor monitoring van hartslag en ademhaling en/of behandeling van uw baby nodig is (zoals antibiotica).
    • Het risico op infectie is bij uw baby zo hoog dat behandeling met antibiotica via infuus noodzakelijk is (uit voorzorg).
    • Het bloedsuikergehalte van uw baby is zo laag dat behandeling met glucose infuus nodig is.

    MMC werkt volgens het Family Centered Care principe. Dat betekent dat gezinsgerichte zorg centraal staat. Het uitganspunt is dat moeder en kind 24 uur per dag bij elkaar blijven. Uitzonderingen worden gemaakt wanneer dit niet medisch verantwoord is. Er kan in elk geval altijd één van de ouders bij uw baby overnachten.

  • Hoe lang blijft mijn baby opgenomen op de zuigelingenafdeling?

    De duur van opname hangt af van de problemen die spelen. Hierover praten de artsen en verpleegkundigen van de afdeling u regelmatig bij.

  • Waar blijven de ouders als de baby langer in het ziekenhuis moet blijven?

    MMC werkt volgens het Family Centered Care principe. Dat betekent dat gezinsgerichte zorg centraal staat. Het uitganspunt is dat moeder en kind 24 uur per dag bij elkaar blijven, zolang als dat nodig is en hoe complex de zorg ook is. Uitzonderingen worden gemaakt wanneer dit niet medisch verantwoord is.

     

     

  • Kan ik mijn pasgeboren baby aangeven in MMC en wat heb ik hiervoor nodig?

    Vraag naar de huidige richtlijnen bij de secretaresse op de kraamsuites of verpleegkundige/ verloskundige. Wat u dient mee te nemen voor aangifte, leest u hier.

  • Moet ik de verloskundige en kraamzorg zelf bellen na de bevalling?

    Na de bevalling informeert MMC de verloskundige. De kraamzorg mag u zelf bellen als u bevallen bent. Wanneer u daadwerkelijk met ontslag gaat (naar huis) vragen wij u de kraamzorg nog een keer te bellen. MMC informeert ook uw huisarts door middel van een brief na de bevalling.

  • Hoe lang duurt het kraambed?

    Het kraambed duurt 8 dagen, dit wordt ook wel de postpartum periode genoemd. Afhankelijk van hoe uw bevalling is verlopen, gaat u naar huis. Bij een natuurlijke bevalling gaat u binnen 24 uur naar huis en bij een keizersnede mag u binnen 3 dagen naar huis.

    Op dit moment wordt de zorg van de verloskundige overgedragen aan de kraamverpleegkundige. Uw kraamzorg is gedurende de postpartum periode iedere dag bij u thuis. De kraamverpleegkundige helpt bij de verzorging en voeding van uw baby. De verloskundige komt ongeveer 3 tot 4 keer langs waarna de overdacht aan het consultatiebureau plaatsvindt. Na 8 dagen gaat het dossier van uw baby naar het consultatiebureau.

  • Wanneer vindt de nacontrole plaats?

    Na 6 weken vindt de nacontrole plaats bij de verloskundige of gynaecoloog. Dit kan een telefonische afspraak of een afspraak op het spreekuur zijn. Dat hangt af van uw situatie.

  • Wat moet ik doen als ik na de bevalling weer thuis ben en klachten krijg?

    Wanneer u naar huis gaat, neemt uw verloskundige de zorg weer over van het ziekenhuis. Bij klachten neemt u contact op met uw verloskundige of de kraamverpleegkundige.

Borstvoeding

  • Waarom zou ik kiezen voor het geven borstvoeding?

    De melk die u maakt is precies afgestemd op behoefte van uw kind. Het bevat alle belangrijke voedingsstoffen die uw kind nodig heeft. Daarnaast bevat uw melk antistoffen waardoor u uw baby beschermt tegen bepaalde ziektes en infecties. Zo hebben baby’s die borstvoeding krijgen minder vaak last van middenoorontstekingen, luchtweginfecties en buikvirussen.

    Borstvoeding geven heeft ook gezondheidsvoordelen voor uw eigen gezondheid. Zo kan het geven ervan het risico op diabetes type 2 en osteoporose verminderen. Na uw bevalling zorgt het ervoor dat uw baarmoeder vaker samentrekt, waardoor deze sneller naar de normale grootte terugkeert. Daarnaast hebt u meestal minder last van hevig bloedverlies én raakt uw vaak sneller gewicht kwijt.

    Door borstvoeding te geven houdt u uw kind dicht tegen u aan. Dit is bevorderlijk voor de hechting met uw kind. Uw kind heeft een primaire behoefte aan lichamelijk contact met zijn ouders. Zo voelt hij zich veilig en getroost. Borstvoeding geven is dus niet alleen voeden, maar ook troost bieden, veiligheid geven en hechting bevorderen!

  • Wat heb ik thuis nodig om borstvoeding te geven?

    U hebt niet veel nodig om borstvoeding te geven. Een voedings-bh is handig om alvast aan te schaffen. Borstvoeding geven met een voedings-bh is praktischer dan met een gewone bh. Wanneer u een voedings-bh draagt is het niet nodig om deze uit te doen bij het voeden. De cups aan de voorkant kunnen geopend worden waardoor uw baby aan de borst kan drinken en de bh aan kan blijven. Sommige moeders vinden het fijn om een borstvoedingskussen te gebruiken tijdens de voeding. Een kussen van de bank of het bed is vaak ook een optie.

  • Moet ik een kolfapparaat aanschaffen als ik borstvoeding ga geven?

    Nee, dit is niet nodig. U heeft tijd om kolfapparaat te huren of te kopen als u het daadwerkelijk nodig hebt.

  • Wanneer leg ik mijn baby voor het eerst aan de borst?

    Direct na de geboorte wordt uw baby bij u op uw buik gelegd. Dit is belangrijk voor de hechting tussen moeder en kind. Huid- op huid contact stimuleert temperatuurregulatie, hartslag, ademhaling en stabiliseert de bloeddruk van de baby. Uw baby huilt minder en de kans op een langere borstvoedingsperiode wordt hiermee vergroot.

    In dit eerste uur gaat een baby vaak zelf al op zoek naar de borst en drinkt dan voor het eerst bij de moeder. Het kan zijn dat dit door bepaalde omstandigheden nog niet lukt. Houdt uw baby veel dicht bij u zodat hij/zij de kans krijgt om aan de borst te drinken wanneer hij/zij hier aan toe is.

  • Hoe weet ik of mijn baby voldoende heeft gedronken aan de borst?

    Wanneer een baby tevreden is, voldoende groeit en voldoende plast en poept, kunt u erop vertrouwen dat uw baby genoeg melk drinkt.

  • Wanneer moet ik kolven?

    U kolft als u uw baby niet aan kan leggen. Dit kan meerdere oorzaken hebben, zoals tijdens een avond uit of wanneer u weer gaat werken. Het kan ook zijn dat u kolft om de melkproductie te verhogen. Kolven is iets waar u handigheid in moet krijgen. Bij de eerste keren kolven is de opbrengst niet altijd meteen hoog. Als u een voorraad melk op wil bouwen, is het handig om op tijd te beginnen met kolven zodat u er handigheid in krijgt en er voldoende voorraad is wanneer u de melk nodig heeft.

  • Waar kan ik terecht voor informatie en begeleiding bij borstvoeding?

    Het is zinvol om u tijdens uw zwangerschap alvast te verdiepen in het geven van borstvoeding. Zo gaat u voorbereidt aan het werk en weet u waar u mee te maken kunt krijgen. U kunt een borstvoedingscursus volgen online of u kunt naar een bijeenkomst gaan. Borstvoedingscursussen worden aangeboden door verloskundige praktijken, kraamzorgorganisaties, lactatiekundigen met een eigen praktijk en ook door de lactatiekundigen uit MMC.

    Op internet kunt u betrouwbare informatie terug vinden op www.lalecheleague.nl Deze Borstvoedings-organisatie biedt uitgebreide informatie aan over verschillende onderwerpen. Ook kunt u informatie vinden op www.voedingscentrum.nl of www.borstvoeding.com

    Wanneer u en uw baby in MMC opgenomen zijn krijgt u informatie en begeleiding door de verpleegkundige werkzaam op de afdeling waar u en uw baby verblijven. Mochten er tijdens de opname problemen zijn met de borstvoeding, wordt er een lactatiekundige ingeschakeld die extra hulp kan bieden.

    Na opname van u en uw baby in MMC begeleiden de kraamverzorgster en de verloskundige u bij het geven van borstvoeding. Na de kraamtijd kunt u begeleiding krijgen vanuit het consultatiebureau. Soms zijn er echter omstandigheden of doen zich problemen voor waarbij specifieke kennis en ervaring nodig is. Een lactatiekundige met een eigen praktijk kan u dan adviseren en begeleiden. Er zijn kosten verbonden aan een consultatie. Deze kosten worden soms (deels) vergoed door de zorgverzekering.

    Voor adressen van lactatiekundige uit uw regio kunt u terecht op: www.nvlborstvoeding.nl

  • Doet borstvoeding geven pijn?

    In de eerste dagen is het mogelijk dat het aanzuigen van de tepel wat gevoelig is. De pijn moet gedurende de voeding wegtrekken. Wanneer aanleggen continu pijnlijk is en er zelfs kloofjes ontstaan op de tepel is dat een teken dat er ergens iets niet goed gaat. In veel gevallen komt dit door verkeerd aanleggen, maar het kan ook andere oorzaken hebben. Belangrijk is dan om een deskundige mee te laten kijken. Hierdoor kan de oorzaak van de pijn vaak opgespoord en verholpen worden en kunt u weer ontspannen borstvoeding geven.