Prostaatvergroting

Bij veel mannen begint de prostaat vanaf het veertigste jaar te groeien. In veel gevallen is er dan sprake van een groei van het prostaatklierweefsel. Dit weefsel wordt een ‘adenoom’ genoemd.

Het adenoom groeit rond de plasbuis waardoor deze kan worden dichtgedrukt. Dit heeft tot gevolg dat de blaasspier harder moet werken om de urine naar buiten te persen. In een enkel geval wordt de prostaat groter of stugger, doordat er een ontsteking is of door een kwaadaardig gezwel. Prostaatvergroting wordt door verschillende onderzoeken vastgesteld.

Symptomen

Een vergrote prostaat die de plasbuis vernauwd, kan klachten veroorzaken. Deze klachten bemoeilijken het plassen. Deze klachten kunnen zijn:

  • Meer aandrang hebben en vaker moeten plassen (bijvoorbeeld ‘s nachts uit bed moeten om te plassen);
  • niet goed kunnen beginnen met plassen;
  • onbewust kleine hoeveelheden urine verliezen (incontinentie);
  • de urinestraal is minder krachtig en/of onderbroken;
  • nadruppelen

Deze klachten worden aangeduid met de term ‘LUTS’, wat staat voor symptomen van de onderste urinewegen.

Behandeling

Heeft u veel klachten of verergeren de klachten, ondanks medicatie, dan kunt u kiezen voor een operatie. Een operatie voorkomt nierbeschadiging of het overrekken van de blaas. Tijdens de operatie wordt een deel van de prostaat weggenomen (uitgehold/uitgeboord), waardoor de beklemming van de plasbuis wordt opgeheven. De operatie kan op twee manieren worden uitgevoerd:

via de plasbuis
Bij een TransUrethrale Resectie van de Prostaat (TURP) ligt u op de behandelingstafel met uw benen ieder in een beensteun. Nadat het operatiegebied is gedesinfecteerd, brengt de uroloog een metalen buis (resectoscoop) in de plasbuis met aan het uiteinde een elektrische ‘lus’. De uroloog kijkt door de buis en snijdt/pelt met de ‘lus’ het overtollig klierweefsel af. Het voordeel van deze methode is dat er geen buikinsnede wordt gemaakt en de opnameperiode korter is.

via een snede in de onderbuik
Bij een open prostatectomie/adenomectomie wordt het overtollig klierweefsel verwijderd via een snee in de onderbuik. Hierbij wordt eerst de blaas geopend en vervolgens het vergrote deel van de prostaat in zijn geheel uitgepeld. Na de ingreep heeft u een blaaskatheter. Deze katheter blijft minstens een week zitten, omdat de blaas moet genezen.

Bij een open prostatectomie/adenomectomie heeft u een wond in de onderbuik. Dit kan pijnlijk zijn. U kunt hiervoor pijnstilling krijgen. In de buikwond zit een dun slangetje om het wondvocht af te voeren (drain). Direct na de operatie mag u nog niet eten. Als de darmen weer gaan werken, mag u beginnen met drinken. De uroloog bepaalt wanneer de drain, het infuus en de katheter eruit mogen. Omstreeks tien dagen na de operatie worden de hechtingen verwijderd.

De manier van opereren is afhankelijk van de grootte van de prostaat, van uw algehele conditie en van het aanwezig zijn van eventuele blaasstenen.

Risico’s

Het merendeel van de mannen die geopereerd zijn, kunnen na de ingreep weer normaal/beter plassen. Bij een prostaatoperatie treden slechts zelden complicaties op. Mogelijke complicaties kunnen zijn:

  • een nabloeding;
  • overrekking van de blaas;
  • nierbeschadiging;
  • urineverlies door beschadiging van de sluitspier;
  • infectie; blaas en/of nierbekkenontsteking;
  • schrompeling van het littekenweefsel, waardoor vernauwing van de plasbuis optreedt;
  • TUR-syndroom (‘watervergiftiging’); er komt teveel van de spoelvloeistof die bij de operatie wordt gebruikt in de bloedbaan.

Naar huis

De gemiddelde opnameduur is twee tot drie dagen, afhankelijk van uw herstel.
Bij een open prostatectomie/adenomectomie is de gemiddelde opnameduur is zes dagen.

Meer informatie

Meer informatie van De Nederlandse Vereniging voor Urologie:
Uitlegvideo’s: plasklachten