Hemodialyse

Hemodialyse is een behandeling voor nierpatiënten, waarbij het bloed wordt gezuiverd en overtollig vocht wordt verwijderd. Dat gebeurt in een kunstnier buiten het lichaam.

Frequentie

Voor hemodialyse komt u meestal drie keer per week een halve dag naar het ziekenhuis. De behandeling vindt plaats op maandag, woensdag en vrijdag of dinsdag, donderdag en zaterdag. Telkens wordt het bloed gedurende drie tot vijf uur gezuiverd. Als uw gezondheidstoestand er om vraagt, worden de frequentie en de duur van de dialyse aangepast.

Werkwijze

Bij nierpatiënten werken de nierfuncties niet meer goed, waardoor het bloed in het lichaam niet goed gezuiverd wordt. Het bevat te veel afvalstoffen, te veel vocht en heeft een foute samenstelling. De nierfuncties worden bij een hemodialyse min of meer overgenomen. Dit gebeurt als volgt:

  • Via steriele lijnen en een pompsysteem wordt het bloed vanuit het lichaam naar een kunstnier gebracht.
  • In de kunstnier worden schadelijke afvalstoffen en overtollig vocht zo goed mogelijk uit het bloed verwijderd. Het bloed stroomt in de kunstnier in heel dunne buisjes die half doorlaatbaar zijn. Een andere vloeistof, het dialysaat, is rond deze buisjes aanwezig en ‘trekt’ afvalstoffen uit het bloed aan. Ook kunnen sommige nuttige stoffen aan het bloed toegevoegd worden.
  • Via hetzelfde pompsysteem wordt het schone bloed vervolgens teruggebracht in het lichaam.
  • Het proces herhaalt zich enkele uren, zodat vijftig tot tachtig liter bloed door de kunstnier gezuiverd is.

De apparatuur, samen met de strikte observatie door de gespecialiseerde dialyseverpleegkundigen, zorgen ervoor dat dit proces nauwkeurig en gecontroleerd gebeurt.

Toegang tot de bloedbaan

Om de dialyse mogelijk te maken, hebben we een toegangsweg tot de bloedbaan nodig. Dit kan via een shunt of dialysekatheter.

Shunt
Om bloed naar de kunstnier te krijgen, moet er een toegang gemaakt worden met de bloedbaan. Dit gebeurt meestal met twee naalden die aan de slangen van het pompsysteem bevestigd worden. Die naalden kunnen niet zomaar in een bloedvat gestoken worden. Daarom kan er in overleg met de arts een shunt aangelegd worden. Dit is een operatieve verbinding tussen een slagader en een ader in de (onder)arm. De ader zet daardoor uit en krijgt een stevigere wand, zodat de shunt makkelijk aan te prikken is. De shunt wordt met twee naalden aangeprikt: één om het onzuivere en één om het gezuiverde bloed van en naar de kunstnier te voeren. Na de dialyse worden de naalden verwijderd.

 

Dialysekatheter
Vanwege de mogelijke complicaties van een dialysekatheter gaat de voorkeur uit naar een shunt. Wanneer u acuut moet gaan dialyseren of wanneer er nog geen shunt kan worden aangelegd, wordt er een dialysekatheter geplaatst. Dit is een kunststof slangetje in een groot bloedvat. Op een aantal plaatsen in het lichaam kan direct voldoende bloed uit de ader verkregen worden zodat er gedialyseerd kan worden via een dialysekatheter. Het gaat om de aders in de lies, in de hals en onder het sleutelbeen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen tijdelijke en permanente dialysekatheters. Beide dialysekatheters zijn direct na inbrengen te gebruiken.