Geheugenproblemen en dementie

Bij geheugenproblemen wordt informatie minder goed opgeslagen in de hersenen of kan de informatie later niet meer teruggehaald worden. Hierdoor kan iemand vergeetachtig of dement worden. Dit zijn twee verschillende dingen. Bij vergeetachtigheid kan iemand zich tijdelijk iets niet meer herinneren. Bij dementie kan iemand de informatie die hij of zij in het geheugen zoekt echt niet meer vinden. Deze persoon krijgt steeds grotere geheugenproblemen welke ook invloed heeft op het dagelijks leven.

Dementie

Dementie is een verzamelnaam voor aandoeningen die gekenmerkt worden door combinaties van meervoudige stoornissen in verstandelijke vermogens, (waaronder het geheugen), stemming en gedrag.
Dementie komt voor bij klinische syndromen, die veroorzaakt worden door verschillende hersenziekten. De specifieke kenmerken van de verschillende combinaties worden bepaald door de aard, lokalisatie en ernst van de afwijkingen in de hersenen. Dementie is een ziekte die zich vooral op latere leeftijd openbaart.

Symptomen

In het beginstadium van de ziekte vallen de geheugenproblemen niet op. Later krijgt de persoon met dementie problemen met denken en taal. Ook kan hij te maken krijgen met veranderingen in karakter en gedrag. Naarmate de ziekte erger wordt, verliest iemand met dementie steeds meer de regie over zijn leven.

Soorten dementie

Dementie is een verzamelnaam voor meerdere vormen. De meest voorkomende vormen zijn:

  • Ziekte van Alzheimer
    Bij de ziekte van Alzheimer sterven de zenuwcellen in de hersenen af. Patiënten krijgen geheugenproblemen en moeite met het uitvoeren van dagelijkse werkzaamheden. Zelf hebben zij niet door dat ze ziek zijn. De symptomen worden geleidelijk aan steeds zichtbaarder. Ook kan het karakter van de patiënt veranderen.
  • Dementie met Lewy body
    Dementie met Lewy body (DLB) is een vorm van dementie, die aan de ziekte van Parkinson is gerelateerd. De aandoening kan daarom ook lichamelijke verschijnselen van Parkinson geven. DLB begint vaak geleidelijk. Vaak is het geheugen nog redelijk intact, maar zijn er aandachtsproblemen en neemt het ruimtelijk inzicht af. Ook krijgt een deel van de patiënten last van hallucinaties.
  • Vasculaire dementie
    Vasculaire dementie wordt veroorzaakt door schade aan de bloedvaten in de hersenen. Dit zorgt voor doorbloedingsstoornissen van de hersenen, waardoor deze te weinig voedingsstoffen en zuurstof krijgen. Vasculaire dementie begint vaak plotseling, maar kan ook geleidelijk ontstaan.
  • Gemengde dementie
    Gemengde dementie wordt veroorzaakt door een combinatie van twee of meerdere ziekten. In de meeste gevallen gaat het om een mengvorm van vasculaire dementie en de ziekte van Alzheimer.
  • Frontotemporale dementie
    Bij deze vorm van dementie staan persoonlijkheids- en gedragsverandering op de voorgrond. Vaak hebben patiënten zelf niet in de gaten dat zij veranderen. De ziekte wordt ook wel de ziekte van Pick genoemd.
  • Mild cognitieve impairment
    Mild cognitieve impairment betekent ‘milde cognitieve stoornis’. Er zijn wel geheugenproblemen, maar er is (nog) geen sprake van dementie.
  • Mild cognitieve impairment o.b.v. vasculaire schade
    Bij Mild Cognitive Impairment o.b.v. vasculaire schade heeft iemand cognitieve klachten, die specifiek veroorzaakt worden door vaatschade in de hersenen. Voorbeelden van cognitieve klachten zijn: geheugenproblemen en moeite met taal, beslissingen nemen, concentratie en het opnemen van informatie.

Oorzaak

Geheugenproblemen en de oorzaak ervan kunnen zeer divers zijn. Denk aan (beginnende) dementie, geheugenstoornissen door medicatie, vitaminegebrek, stofwisselingsziekten of geheugenklachten na bijvoorbeeld een ongeval. Maar ook kunnen stemmingsklachten of psychiatrische ziekten zorgen voor geheugenproblemen.

Klachten

Indien u (of uw naaste) geheugenproblemen krijgt, kan u door de huisarts verwezen worden naar de geheugenpolikliniek. Afhankelijk van onder andere de leeftijd, maar ook in combinatie met eventuele andere aandoeningen komt u dan terecht op deze geheugenpolikliniek binnen ouderengeneeskunde of neurologie.

Onderzoek

Indien u verwezen wordt naar de geheugenpolikliniek van de polikliniek ouderengeneeskunde, wordt geprobeerd alle benodigde onderzoeken zo te bundelen dat u maar twee keer naar het ziekenhuis hoeft te komen. De volgende onderzoeken worden meestal gedaan:

  • Bezoek 1 (3 uur):
    • Neuropsychologisch onderzoek door één van onder neuropsychologen;
    • Afnemen van vragenlijsten bij mantelzorger voor patiënt;
    • Scan van de hersenen, dit kan een CT-scan of een MRI-scan zijn.
  • Bezoek 2 (1,5 uur):
    • Gesprek met behandelend arts (klinische geriater of internist ouderengeneeskunde);
    • Lichamelijk onderzoek door behandelend arts;
    • Uitslaggesprek met behandelend arts;
    • Nagesprek met geriatrieverpleegkundige.

Als uw geheugenproblemen worden onderzocht, wordt u gevraagd een goede bekende mee te nemen. Aan deze persoon worden vragen over u gesteld.

Behandeling

Afhankelijk van de uitslag wordt een vervolgplan met u of uw naaste gemaakt. Indien er inderdaad sprake blijkt van dementie zal in sommige gevallen gestart worden met medicatie waarvoor u in het ziekenhuis onder controle blijft, maar in andere gevallen zal de verdere begeleiding overgedragen worden aan een zorgtrajectbegeleider. Soms blijkt het ook nodig om verder onderzoek te doen of andere begeleiding te bieden.

Voorbereiding afspraak

  • Laat een familielid of iemand die goed op de hoogte is van uw leven en leefgewoonten, meekomen naar de afspraken. Ook deze persoon vult vragenlijsten in.
  • Denk vooraf na over vragen en eventuele problemen die u heeft. Schrijf deze zonodig thuis al op.
  • Neem een overzicht van uw medicatie mee.
  • Neem uw servicepas mee.

Uitslag

Een week na deze onderzoeken bespreekt de behandelend arts met u de uitslag en stelt een behandeling voor. Mogelijk vindt nog aanvullend onderzoek plaats op een nader te bepalen datum.