Máxima MC bespaart beschermingsmateriaal door gebruik tablet
De Spoedeisende Hulp (SEH) van Máxima MC werkt sinds kort met tablets om te communiceren met patiënten die (mogelijk) besmet zijn met het coronavirus en daarom in contactisolatie worden behandeld. Hierdoor hoeven artsen zich minder vaak om te kleden, wat leidt tot een forse reductie in het gebruik van persoonlijke beschermingsmaterialen. Daarnaast zien patiënten het gezicht van hun zorgverlener vaker, en dan ook zonder masker.
Op de Spoedeisende Hulp worden veel onderzoeken gedaan, wat zorgt voor veel contactmomenten tussen de patiënt en arts. Een patiënt in contactisolatie moet volledig in beschermende kleding behandeld worden. “Elke keer als de arts of verpleegkundige de patiëntenkamer binnen gaat, moeten zij beschermende kleding aan. Het beschermingsmateriaal is schaars, het omkleden kost tijd, en er is toch nog een kleine kans om besmet te raken. Daarom krijgen patiënten in isolatie de arts nu te zien via een tablet”, vertelt Spoedeisende Hulp Arts Lisette Mignot.
In feite hoeft de arts hierdoor nog maar één keer bij de patiënt naar binnen voor het lichamelijk onderzoek. Sommige consulten, zoals een gesprek over niet-reanimeren en slecht-nieuwsgesprekken vinden nog wel face-to-face plaats.
Forse besparing beschermingsmateriaal
“Zolang het coronavirus rondwaart, moeten we zuinig zijn op beschermingsmaterialen. Door te communiceren via de tablet hoeven artsen zich niet telkens om te kleden en worden beschermingsmaterialen als mondkapjes, spatbrillen en schorten bespaard”, concludeert Mignot. De arts gebruikt nu slechts één set beschermingsmateriaal bij ongeveer 85% van de patiënten. Zonder tablet moest de arts minstens twee keer naar binnen. Op een drukke dag betekent dit een besparing van 40 tot 50 sets beschermingsmaterialen.
Meer contact met de patiënt
Máxima MC heeft onderzoek gedaan naar de ervaringen van patiënten met de tablet. Bart Candel, in opleiding tot SEH-arts, voerde het onderzoek uit: “Door het gebruik van de tablets is de interactie tussen de zorgverlener en patiënt positief veranderd. We waren bang dat patiënten het fysieke contact zouden missen, maar ze ervaren het juist als een prettig middel om te communiceren. Patiënten kunnen het gezicht van de arts zien via de tablet, wat erg belangrijk is in een goed patiëntencontact, ook al is het digitaal.”
Videocontact 2.0
Gezien het succes wordt onderzocht of er vaste beeldschermen op de kamers kunnen komen te hangen. “De patiënt hoeft dan niets te doen om de verbinding tot stand te brengen. Vooral voor ouderen is dat prettiger. Naast videocontact met de arts kunnen we dan bijvoorbeeld tegelijk een longfoto laten zien. Zo wordt het gesprek interactiever”, sluit Candel af.