‘Patiënt in eigen ziekenhuis’

‘Patiënt in eigen ziekenhuis’

Vorig jaar maakt anesthesiemedewerker Eduard Bollebakker (47) de zorg in MMC van wel heel dichtbij mee, als hij in juli de diagnose Acute Myeloïde leukemie krijgt. De boodschap gooit zijn leven plotseling volledig overhoop. Maar de uitzonderlijke situatie brengt Eduard ook nieuwe inzichten, waardoor hij nu strijdlustiger is dan ooit.

Eduard werkt al elf jaar op de OK als anesthesiemedewerker. Na een blessure aan zijn schouder in 2019, veroorzaakt door een ski-ongeval, wilde Eduard weer aan het werk. Dat liep echter anders dan verwacht: “Een week voor mijn vakantie was ik koortsig en had koude rillingen. Ik werd maar niet beter. De huisarts vertrouwde het niet en stuurde me daarom door voor verder onderzoek. De volgende ochtend moest ik in MMC bij internist dr. Vreugdenhil langskomen. Het werd al snel duidelijk dat het om Acute Myeloïde leukemie ging. Diezelfde avond kreeg ik mijn behandelplan al te horen. Drie dagen later werd ik opgenomen en startte de chemotherapie van in totaal drie kuren. Van de een op de andere dag was ik opgenomen in mijn eigen ziekenhuis.”

Positieve instelling

Ondanks deze diagnose blijft Eduard ongekend positief: “Het ging allemaal zo snel, maar ik ben altijd van het positieve uitgegaan. De behandeling was gebaseerd op genezing en niet op verlenging, daar heb ik me aan vastgehouden. Het was allemaal erg kort dag en ik moest mijn twee kinderen, familie en hechte vrienden snel informeren. Natuurlijk hebben we gehuild, maar we probeerden er het beste van te maken. Je bent aan het lot overgeleverd. Negatieve energie hielp me niet bij mijn genezingsproces.”

Kwaliteit van zorg

“Ik heb het als een voordeel ervaren dat ik in mijn eigen ziekenhuis lag. Iedereen die dienst had, kwam even bij mij langs. Of ik ging bij hen langs, om in de koffiekamer bij te praten tussen mijn kuren door. Al die bekende gezichten is natuurlijk heel fijn. Ik ben er vooral trots op dat de zorg hier zo goed is. De professionaliteit van de collega’s, de kwaliteit van zorg en technisch is alles in orde. Dat heb ik nu als patiënt ervaren. Maar er is ook aandacht voor de menselijke kant. Van verpleging, voedingsassistenten tot schoonmaaksters, iedereen maakte een praatje. Ze gaven mij allemaal het gevoel dat ze mij er doorheen willen helpen”, vertelt Eduard met tranen in zijn ogen. “Tijdens mijn verblijf in het ziekenhuis was dan ook niets te gek. De verpleging ging zelfs naar het restaurant om een kroket te halen, omdat ik geen smaak had en ze mij toch iets lekkers wilden geven. Uiteindelijk smaakte die kroket ook niet, maar ze deden het wel voor mij. Ze gaan tot het uiterste en dat is fantastisch. Zeker in je eigen ziekenhuis.”

Genezen maar nog niet beter

Na een opname van twee keer één maand in MMC en één maand in Maastricht UMC+ voor een stamceltransplantatie, werd Eduard in december 2019 uit het ziekenhuis ontslagen. Na de eerste behandeling waren er geen verschijnselen van ziekte meer te zien. De behandeling was aangeslagen, hij was vrij van kanker: “Dat was natuurlijk supergoed nieuws, maar ik voelde me zo slecht door alle complicaties. Ik had een trombosearm, overal uitslag van de antibiotica en hele hoge koorts. Ik kreeg allerlei onderzoeken die niets uitwezen. Daar moest ik doorheen en vier dagen later was ik koortsvrij. Het ene moment vecht je voor je leven en het andere moment mag je naar huis.”

Het begint pas na genezing

“Maar dan begint het pas: revalideren. Het is pittig om op dat moment voor jezelf te zorgen, je moet alles zelf doen en jezelf motiveren. Ik ging iedere dag wandelen, steeds een stukje verder. Dat leek goed te gaan, totdat ik me opeens heel slecht voelde. Ik dacht dat de leukemie teruggekomen was. Uit de bloedonderzoeken in Maastricht UMC+ kwam niets verontrustends, ik hoefde mij geen zorgen te maken. Maar ik merkte dat ik te snel was gegaan, door elke dag een uur te wandelen in de vijfde week na een stamceltransplantatie. Dat kan niet, dat is te veel.” Een arts in MMC vertelt hem ondertussen over de mogelijkheden bij ParaMáx. Eduard vraagt om een doorverwijzing en komt terecht bij sportarts Goof Schep, de fysiotherapeut, ergotherapeut en diëtist. “Ik was 14 kilo afgevallen en moest 3.000 calorieën per dag eten. Na twee keer trainen kon ik helaas niet meer naar MMC komen door het coronavirus. Ik ben thuis door gegaan om toch in beweging te blijven. Ondertussen kreeg ik begeleiding op afstand. Ik werd iedere week gebeld, om alles door te nemen en ze hielden mij goed in de gaten. Toen ik weer naar MMC mocht komen, had ik enorme vooruitgang geboekt. De derde week van oktober was mijn laatste training in MMC. Ik ben iedereen die mij geholpen heeft zo dankbaar, zij hebben mij weer fit gekregen.”

Strijdlustig

Tijdens zijn ziekte is Eduard positief gebleven, dezelfde mentaliteit die hij 15 jaar geleden had als beroepsmilitair. Discipline, motivatie en doorzettingsvermogen hebben hem geholpen zijn doel te behalen. Eduard wil deze heftige periode graag achter zich laten en samen met zijn vrienden afsluiten. In april 2021 gaat Eduard daarom met zijn zes beste vrienden de historische tocht ‘Heroes of Telemark’ afleggen om geld in te zamelen voor het goede doel. Met zijn team zamelt hij geld in voor kinderen met kanker: “Ik wil dit zo graag omzetten in iets positiefs. Iets betekenen voor een goed doel, maar ook iets uitdagends doen, dat bij mij past. Deze tocht is zwaar, een fysieke en mentale uitdaging. Een pittige expeditie op ski’s door de sneeuw met een slede van 50kg achter je aan, 10 uur per dag en dat een week lang. Ik ben nu nog niet basisfit maar ik ga laten zien wat mogelijk is, 14 maanden na een stamceltransplantatie.”

Meer ervaringen