‘Ik ben door het oog van de naald gekropen’

‘Ik ben door het oog van de naald gekropen’

Als bij Silvia Jansen (50) een navelbreuk ontdekt wordt, volgt er direct een spoedoperatie. Haar wond herstelt echter niet goed, waardoor zij meerdere keren in Máxima MC (MMC) verblijft. Ondanks alle tegenslagen blijft Silvia moedig vechten voor haar dierbaren, voor haar man Hubert, haar twee kinderen en kleinkinderen. Wat houdt Silvia op de been ondanks die ingrijpende behandelingen?

Het is eind 2018 als bij Silvia op de Spoedeisende Hulp (SEH) een navelbreuk wordt geconstateerd. “Een ontplofte navelbreuk noem ik het”, vertelt ze. “Mijn dikke darm was er één meter lang doorheen geschoten.” Een operatie om het afgestorven deel van de dikke darm te verwijderen volgt direct. Dit redt haar leven. “Was de operatie een uur of twee later uitgevoerd, dan was ik er niet meer geweest.”

Wondverzorging

Op de verpleegafdeling – waar ze na de operatie enkele dagen verblijft – wordt haar wond verzorgd door Monique van Gerwen, één van de wondverpleegkundigen. “Ze nam echt de tijd, legde precies uit wat ze ging doen en wat ik daarbij zou voelen.” Later blijkt dat Monique een belangrijk sleutelfiguur wordt tijdens haar hele behandeltraject. “Ze leidde me erdoor, steunde me en stelde me gerust. Dat geeft een band.”

Onzekerheid

Eenmaal thuis helpt haar man Hubert haar, onder andere met het verzorgen van de wond. “Zonder Hubert had ik vanaf half januari al in het ziekenhuis gelegen, maar door hem was het mogelijk thuis te blijven.” De wond sluit echter niet zoals gehoopt, waardoor een tweede operatie nodig is. Ook daarna zit het Silvia tegen. De wond herstelt opnieuw niet goed en blijkt vol te zitten met dood weefsel (necrose). In de maanden daarop volgen diverse behandelingen en een operatie om necrose tegen te gaan en de wond goed schoon te houden. “De onzekerheid sloeg toe. Maar bij ieder behandelvoorstel dacht ik: ‘nee’ heb je en ‘ja’ kun je krijgen. Ook al moest ik steeds een grens over; ik wilde toch dat de artsen er alles aan zouden doen om de wond schoon te krijgen.”

Pijnlijke behandeling

Eén van de behandelingen die Silvia ondergaat, gebeurt met een ontsmettend middel: Eusol. “Het ergste van deze behandeling was het verwijderen van de folie. Dit gebeurde drie keer per dag en is een pijnlijk proces. Mijn huid is er heel teer en pijnlijk van geworden, zelfs met blaren”, vertelt ze. “Ik hield steeds in gedachten waarvoor ik het deed: mijn man, kinderen en kleinkinderen. Ik weet nu dat mijn wil sterker is dan gedacht.”

Engeltjes

Nadat ze elf weken in Máxima MC heeft gelegen, mag ze naar huis. Haar ontslag is echter van korte duur. Zes dagen later wordt Silvia weer opgenomen. Eerst op de Spoedeisende Hulp, dan op de Acute Opname Afdeling en uiteindelijk op de Intensive Care. “Maar dat weet ik niet meer. Ik weet alleen nog dat ik na een week wakker werd op de Intensive Care. Daar werd me verteld dat ik al twee, succesvolle operaties had ondergaan. Je hebt een engeltje op je schouder, zei mijn tante. Maar dat zijn er veel meer. Ik kan wel vier of vijf engeltjes op mijn schouders tatoeëren. Overal ben ik door het oog van de naald gekropen.”

Lichtpuntjes

Opnieuw herstelt Silvia op de verpleegafdeling. Daar spreekt ze met levensbegeleider Sandra Lem. Zij biedt ondersteuning op het gebied van zingeving en levensvragen. Samen hebben ze het over Silvia’s lichtpuntjes tijdens haar behandeltraject. “Ik heb me gesteund gevoeld door de medewerkers van MMC. Zo kon ik met de koffiedames regelmatig een praatje maken, waardoor ik me weer even Silvia voelde, en niet ‘de zieke patiënt’. Ook de warme, persoonsgerichte zorg van de verpleegkundigen en artsen kon ik erg waarderen. Zo stond één van de artsen ineens aan mijn bed in zijn leren jack. Ik denk dat hij vrij was, maar hij was er toch. Dat gaf me veel vertrouwen in hem.”

In augustus mocht Sylvia weer naar huis, waar ze herenigd is met haar man Hubert.