‘Stop niet te snel met behandelen bij uitgezaaide darmkanker’
Patiënten met uitgezaaide darmkanker hebben er profijt van als zij een ‘onderhoudsdosis’ met levensverlengende medicatie blijven gebruiken. Dat stelt oncoloog Lieke Simkens in haar proefschrift. Haar onderzoek wijst uit dat patiënten na een intensieve kuur niet zomaar zouden moeten stoppen met hun behandeling. Dit komt het ziekteverloop ten goede, zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van leven.
Dikke darmkanker is de op één na meest voorkomende doodsoorzaak van kankergerelateerde sterfte wereldwijd, en het aantal neemt toe. Ongeveer 50% van de patiënten met darmkanker ontwikkelt uitzaaiingen tijdens het beloop van de ziekte. Als het operatief niet mogelijk of zinvol is de uitzaaiingen te verwijderen, dan is de patiënt niet meer te genezen. Behandeling met medicijnen biedt wel een duidelijke overlevingswinst.
Onderhoudsbehandeling versus therapiepauze
De standaardbehandeling bestaat uit chemotherapie aangevuld met bevacizumab, een geneesmiddel dat de nieuwvorming van kankerbloedvaten remt. In deze studie zijn patiënten eerst intensief behandeld met zes kuren van de standaard-behandeling. Daarna is de helft van de patiënten behandeld met een onderhouds-behandeling bestaande uit een lagere dosis chemotherapie plus bevacizumab. De behandeling bij de andere helft is gestaakt. Met CT-scans werd de activiteit van de ziekte van patiënten in beide groepen voortdurend in de gaten gehouden. Bij verslechtering van ziekte werd de oorspronkelijke intensieve behandeling in beide groepen hervat.
De studie laat zien wat de beste manier is om de patiënten met uitgezaaide darmkanker te behandelen. Patiënten behaalde een grotere winst bij de onderhoudsbehandeling. De resultaten laten zien dat deze behandeling effectief is en gepaard gaat met acceptabele bijwerkingen en behoud van kwaliteit van leven. Met de inzet van deze behandeling kan de ziekte steeds langer onder controle worden gehouden. Deze resultaten zijn inmiddels opgenomen in nationale en internationale richtlijnen.
Individuele voorkeuren
“Hoewel de resultaten van de studie aantonen dat een onderhoudsbehandeling resulteert in een betere overleving, wil dat niet zeggen dat we dat bij iedere patiënt moeten doen. Mensen vinden het fijn om af en toe geen chemokuren te krijgen”, aldus Simkens. Door veel patiënten wordt juist een periode zonder therapie gewaardeerd. De individuele voorkeuren van de patiënt worden meegenomen in de beslissing om een behandeling wel of niet te onderbreken. Hierbij worden frequente ziekenhuisbezoeken voor chemotherapie, mogelijke bijwerkingen en andere factoren afgewogen tegen de gezondheidswinst van de behandeling. “We kijken altijd vanuit het oogpunt van de patiënt. Om hen te helpen bij het maken van een keuze is het belangrijk om informatie te verstrekken die op de individuele patiënt van toepassing is, zodat een betere inschatting gemaakt kan worden wie baat heeft bij onderhoudsbehandeling. Door steeds verder in te zoomen op individuele behoefte ontstaat nog meer maatwerk”, concludeert Simkens.