14 september 2018

Twee vriendinnen, één ziekte, één zwemtocht

Irene Waterschoot (links) en Anita van de Broek (rechts) nemen deel aan swim to fight cancer Eindhoven.

Al ruim dertig jaar zijn Anita van de Broek (49) en Irene Waterschoot (51) uit Hoogeloon goede vriendinnen. De twee zien elkaars kinderen opgroeien, zijn bij elkaars bruiloft, maar gaan ook door diepe dalen. Drie jaar geleden krijgt Anita borstkanker. Nadat zij schoon verklaard is, wordt duidelijk dat Irene huidkanker heeft en ongeneeslijk ziek is. Om hun vriendschap te eren nemen ze samen deel aan ‘swim to fight cancer Eindhoven’.

Drie keer per week zijn Anita en Irene in het zwembad te vinden. “We trainen voor de grote dag”, zegt Anita. Op zondag 16 september nemen zij deel aan een twee kilometer lange zwemtocht in het Eindhovens Kanaal: ‘swim to fight cancer’. Daarmee wordt geld opgehaald voor meer onderzoek naar kanker. Vanuit Máxima MC nemen diverse patiënten, artsen, verpleegkundigen en andere medewerkers deel. “Als anderen meedoen voor patiënten met kanker – zoals mijn oncoloog Art Vreugdenhil doet – waarom ik dan niet?”, zegt Irene. “Ik voel me er fit genoeg voor.” Irene besluit ook Anita te vragen. Zij is vastberaden: “Ik doe het voor én samen met Irene, mijn maatje.”

Uitzaaiingen
Een jaar geleden hoort Irene dat ze uitzaaiingen van melanomen in haar longen heeft. Ze kan niet meer beter worden. “Dat was heel moeilijk om te horen”, zegt haar vriendin Anita. Even blijft het stil. “Het doet gewoon zeer.” Vijf jaar eerder laat Irene een vlek op haar wang weghalen. “Zo’n zelfde vlek had ik al meerdere keren laten verwijderen, maar het kwam steeds op dezelfde plaats terug.” Pas na de derde keer wordt duidelijk dat het om een beginstadium van een melanoom, een agressieve vorm van huidkanker, gaat. In de jaren daarna blijft Irene opvallend moe. “Ook was het op een gegeven moment net alsof ik door een stoffige pijp moest ademhalen. Daarom ging ik in oktober van vorig jaar naar de huisarts. Een huisarts in opleiding verwees me naar Máxima MC. Daar werd een longfoto gemaakt. Ik was net thuis toen ik al door het ziekenhuis gebeld werd. Dit is niet goed, dacht ik.”

Schouders eronder
Irene blijkt uitzaaiingen in haar longen te hebben; een melanoom van 9,3 centimeter in haar rechterlong en één van 4 en van 5 centimeter in haar linkerlong. “De enige behandelmethode voor mij was immuuntherapie. Dat is een ferm middel, wat de melanomen heeft verkleind. Maar mijn lever kan er niet goed tegen. Daarom ben ik nu tijdelijk met de behandeling gestopt. Eind september volgt er een scan en dan besluit ik met mijn oncoloog wat de vervolgstap wordt. Alle beslissingen maken we samen, dat waardeer ik erg.” Het was ook Vreugdenhil die Irene moest vertellen dat ze niet meer beter wordt. “Als ze zeggen dat je kanker hebt, zak je door de grond. Maar als daarna volgt dat het goed te behandelen is, kun je er je schouders onder zetten. Dat kan nu niet en dat maakt het moeilijk.” Anita vult aan: “Toen bleek dat ik borstkanker had, vond ik dat erg. Maar voor Irene vind ik het nog veel erger. Ik kreeg één zware klap: de diagnose. Daarna bleef ik positief nieuws ontvangen. Irene kreeg ook een zware klap, maar daarna volgden er nog meer.”

Borstkanker
Drie jaar geleden hoort Anita dat ze borstkanker heeft. “Ik lag in bed en voelde een knobbeltje bij mijn borst. Ik maakte me zorgen en ben de volgende dag naar de huisarts gegaan, die me naar MMC verwees. Binnen een week wist ik dat ik borstkanker had. Dat was heftig. Het eerste waar ik aan dacht, waren mijn kinderen. Toen het nieuws eenmaal geland was, heb ik de knop omgezet. Schouders eronder en gaan.” Met een operatie wordt Anita’s borstweefsel verwijderd en wordt er een borstreconstructie gedaan. Om eventuele uitzaaiingen uit te sluiten kiest ze voor preventief bestralen. “En nu kom ik nog ieder half jaar op controle bij het Borstcentrum”, zegt Anita.

Herkenning
Irene: “Door deze ziekte ben ik het vertrouwen in mijn lichaam kwijtgeraakt.” Dat herkent Anita. “Het duurt wel even voordat het terugkomt.” Herkenning is er op meerdere vlakken. “Anita weet hoe het is om iedere dag over de ziekte te moeten praten. Daarom vraagt ze er niet iedere dag naar.” Over de toekomst is Irene kort: “Nu is mijn ziekte stabiel, maar dat kan morgen weer anders zijn. Daar moet ik mezelf bij neerleggen.”

Meer informatie over swim to fight cancer en de deelnemende teams, vind je hier.